Loading…

Zelfstandig vorstendom

Verhaal van Gelderland - B2
Ruïne – Kasteel Montfort in Limburg werd rond 1260 gebouwd in opdracht van Hendrik van Gelre, heer van Montfort en door hem in 1277 overgedragen aan zijn neef Reinald I, graaf van Gelre. Tegenwoordig rest er niet meer dan een ruïne.
Bron: Richard Trenning

Rond het jaar 1000 had het overgrote deel van de bevolking in het gebied dat we nu kennen als de Nederlandse provincie Gelderland waarschijnlijk nog nooit van Gelre gehoord. Dat was slechts de naam van een nederzetting of klein gebied rondom de huidige stad Geldern, dat tegenwoordig in Duitsland ligt. In twee eeuwen tijd zou dit grondig veranderen. Vanaf de eerste helft van de elfde tot aan het eind van de twaalfde eeuw voltrok zich de vorming van een graafschap Gelre en de samenvoeging daarvan met het graafschap Zutphen. De graven bereidden hun bezittingen vervolgens van generatie op generatie steeds verder uit. Kasteel Rosendael bij Arnhem is de enige residentie van de Gelderse vorsten waar je nog altijd in hun voetstappen kan rondlopen.

Het ontstaan van steden

De vorming van Gelre en Zutphen als autonome regio binnen het Heilige Roomse Rijk stond niet op zichzelf en is onlosmakelijk verbonden met soortgelijke ontwikkelingen in naburige gebieden. Ook speelden grote maatschappelijke veranderingen een rol. Denk aan de vorming van een markteconomie en het ontstaan van steden. Zutphen, Roermond en Harderwijk zijn de eerste nederzettingen die stadsrechten ontvingen van de Gelderse graven. Kooplieden gingen vanuit deze steden samenwerken in het Hanzenetwerk. Stads- en streekmusea zoals in De Rode Toren Doesburg en Museum Elburg laten objecten zien die getuigen van de vroege stedelijke cultuur in Gelre

Hertogdom Gelre

Verhaal van Gelderland - B2
Gelre rond 1400 – Tot in de vijftiende eeuw reizen de Gelderse hertogen van kasteel naar residentie om hun machtsgebied te besturen.
Bron: Marjolein Haars (BCL Archaeological Support), Collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 2, pagina 224), CC-BY-NC. 

In 1339 verhief de Duitse keizer Gelre tot een hertogdom. De graaf van Gelre mocht zich vanaf dat moment hertog noemen. Gelre was daarmee op het hoogtepunt van zijn macht en aanzien. Ondertussen ontwikkelde het kersverse hertogdom zich tot een draaischijf in de handel langs de talrijke rivieren die het land doorsneden. Gelre onderscheidde zich ook van omringende gebieden met moderniseringen in de kunst en in het christendom. Erfgoedcentrum Rozet in Arnhem en Kasteel Huis Bergh in ’s-Heerenberg bewaren een aantal prachtige laat middeleeuwse getijdenboeken uit de tijd van de Moderne Devotie die geschreven zijn in de landstaal en die vaak gemaakt zijn in Gelderse kloosters.

Gelderse onafhankelijkheid

In de eerste twee eeuwen van het hertogdom waren de crises talrijk, maar Gelre wist eenheid te smeden uit interne verdeeldheid. Steden en ridders hadden eigen belangen en handelden daar vaak naar, maar wisten op belangrijke momenten ook eendrachtig op te treden. Zij wisten samen met hertog Karel van Gelre lange tijd buitenlandse grootmachten op afstand te houden en de Gelderse onafhankelijkheid te bewaren. De Eusebiuskerk in Arnhem vertelt het verhaal van de glorie van Gelre rondom het praalgraf van de hertog. Na een vrijheidsstrijd die in totaal zeventig jaar duurde, kwam in 1543 toch een einde aan de Gelderse zelfstandigheid.

Bekijk de video

Gelderland kende zijn bloeitijd in de late middeleeuwen. Het was een zelfstandig vorstendom waar de hertog van Gelre regeerde, samen met rijke burgers en machtige ridders.