Graafschap en Hertogdom
Politiek & Samenleving
Van graafschap tot hertogdom: rondreizende vorsten en successieoorlogen
Rond het jaar 1000 was Gelre slechts de naam van een klein gebied aan de Niers. In twee eeuwen tijd groeide dat uit tot een omvangrijk graafschap. In combinatie met het graafschap Zutphen werd Gelre een belangrijke economische en politieke speler, ook op internationaal gebied. In 1339 werd het graafschap tot hertogdom verheven. Het was een roerige periode. Successieoorlogen en familievetes volgden elkaar in rap tempo op.
De eerste graven van Gelre en Zutphen
De middeleeuwse kroniek Annales Rodenses vertelt het verhaal van twee Vlaamse broers, Gerard en Rutger Flamens. Aan het begin van de elfde eeuw schonk de keizer van het Heilig Roomse Rijk aan deze twee broers land. Aan Gerard een gebied rond Wassenberg en Geldern, en aan Rutger een gebied rond Kleef. Gerard werd de stamvader van de graven van Gelre. We weten weinig over de eerste graven van Gelre. Vanaf de achterkleinzoon van Gerard Flamens, Gerard I van Gelre (± 1060 – voor 1129), krijgen we een beter beeld van het Gelders grafelijk geslacht. De zoon van Gerard I van Gelre, Gerard II, kreeg in het begin van de twaalfde eeuw door een huwelijk met gravin Irmgard van Zutphen het graafschap Zutphen in bezit. De zoon van Gerard II en Irmgard, Hendrik, gold als de eerste officiële graaf van Gelre en Zutphen.
Gelderse graven in het Heilige Roomse Rijk
Gelre was deel van het Heilige Roomse Rijk. Dat rijk bestond uit hertogdommen, graafschappen, bisdommen en andere regionale bestuursvormen. Zij vielen onder het overkoepelend gezag van de Rooms-koning. Sommige van die Rooms-koningen werden gekroond door de paus waarna ze zich keizer mochten noemen. De koning of keizer reisde rond door het land, bijgestaan door zijn volledige hofhouding. Hij verbleef tijdelijk in de koninklijke verblijfplaatsen (paltsen). Voor het dagelijkse regionale bestuur stelde de koning bisschoppen, graven en hertogen aan, onder wie de graaf van Gelre. Het gezag van de koningen verzwakte in de twaalfde en dertiende eeuw, mede als gevolg van successieoorlogen en conflicten tussen de koning en de paus. Bij gebrek aan sterke koningen hadden regionale heren de ruimte om de macht in hun eigen gebied te verstevigen. Dat gold ook voor de graven van Gelre.
Verdichten van het graafschap
De eerste graven van Gelre kregen door schenkingen en huwelijken steeds meer land in bezit, waaronder het graafschap Zutphen. Het middeleeuwse graafschap was echter geen aaneengesloten gebied: de graven bezaten hier en daar stukken grond, waarvan een aanzienlijk deel ooit toebehoorde aan het grafelijk geslacht van Hamaland. In de twaalfde en dertiende eeuw richtten de graven van Gelre zich op het verdichten van hun territorium door het aankopen van nieuwe bezittingen. In aangrenzende streken waren andere landheren actief, onder wie de graven van Holland, de graven van Limburg en de hertogen van Brabant. Ook zij hadden territoriale ambities en speelden mee in dit politieke spel van territoriumvorming. Dit leidde onderling tot veel conflicten.
Grafelijk bestuur
Het gebied van de graven van Gelre werd steeds groter. Net als de vroegere Frankische koningen en de Rooms-koningen regeerden de graven door samen met hun hofhouding rond te reizen. Zij werden gesteund door keukenmeesters en geestelijken, en door hofambtenaren zoals de schenker (verantwoordelijk voor de drank) en de drost (verantwoordelijk voor het voedsel). Op lokaal niveau leunden de graven voor het dagelijks bestuur op een brede groep functionarissen, waaronder waldvorsters, tollenaars, schouten en richters. Deze ambtslieden hadden een breed en divers takenpakket binnen hun district (ambt).
De ontwikkeling van steden
Eind twaalfde eeuw kreeg Zutphen als eerste Gelderse stad stadrechten toegekend. Daarna volgden in de dertiende eeuw veel andere stedenstichtingen. Een sleutelfiguur hierin was graaf Otto II die als ‘de stedenstichter’ de Gelderse geschiedenis in ging. Bij het toekennen van stadsrechten kreeg een stad zelfbestuur en aanvullende privileges zoals het recht om jaarmarkten te organiseren. Ook kreeg de stad een stadszegel om overeenkomsten te bekrachtigen. Een stad werd bestuurd door een richter en schepenen, later aangevuld met nieuwe functies zoals de burgemeester. Met de groei van steden, groeide het stedelijk bewustzijn. Op den duur wilde de stadsburgerij ook betrokken worden bij het grafelijk bestuur.
Successieoorlogen in het jonge hertogdom
De veertiende eeuw was een eeuw vol opvolgingsconflicten. Als eerste werd graaf Reinald I door zoon Reinald II afgezet. Deze Reinald II werd vervolgens tijdens een Rijksdag in Frankfurt op 19 maart 1339 door de keizer van het Heilige Roomse Rijk verheven tot hertog. Toen Reinald II in 1343 stierf, volgde een opvolgingsstrijd tussen zijn jonge zoons Eduard en Reinald III. Eduard kwam als winnende hertog uit de strijd, maar hij overleed kort daarna. Daarop volgde een nieuwe successieoorlog, met dit keer in de hoofdrol: Maria en Mechteld, de halfzussen van Eduard en Reinald III. In 1379 nam Willem van Gulik, zoon van Maria, het Gelders gebied in bezit. Met Willem van Gulik (nu Willem I van Gelre) was er weer wat rust in het land.
Ridders en steden krijgen meer macht
De graven en hertogen van Gelre hadden zich door hun conflicten diep in de schulden gewerkt. Gelre zat op sommige momenten financieel aan de grond. Het werd duidelijk dat de steden en ridders samen moesten werken om een vuist te maken tegen de particuliere belangen van de hertogen die tijdens hun vele oorlogen zelden oog hadden voor het belang van het hertogdom. Steden en ridders eisten dat zij betrokken zouden worden bij het bestuur. Zij stelden zich op als verdedigers van het gemeenschappelijk belang. Dit zou het begin betekenen van de Gelderse standen, de Staten. De hoofdsteden van de vier kwartieren – Nijmegen, Roermond, Zutphen en Arnhem – namen het voortouw.
Verbondsbrief uit 1418
Een belangrijke gebeurtenis in dit verband was de verbondsbrief uit 1418. Na alle voorafgaande burgeroorlogen vreesden de steden en ridders een nieuwe opvolgingscrisis. De reden was dat Reinald IV – opvolger van Willem van Gulik – geen wettige erfgenaam had. Ditmaal sloegen steden en ridders de handen ineen. Zij beloofden elkaar bij te staan en eisten betrokken te worden bij de keuze van een nieuwe hertog. En inderdaad: toen Reinald IV in 1423 stierf, stelden de ridders en steden snel zelf een nieuwe hertog aan, de dertienjarige Arnold van Egmond. Die moest beloven dat hij belangrijke beslissingen, zoals over oorlog voeren en trouwen, eerst zou voorleggen aan de Staten. Daarmee waren de opvolgingskwesties niet definitief opgelost. Arnold zou op zijn beurt in conflict komen met zijn zoon Adolf. Dit keer kreeg Gelre bovendien te maken met nieuwe speler die zich in het conflict zou mengen: de Bourgondiërs.
De Bourgondiërs
De hertogen van Bourgondië hadden in de veertiende en vijftiende eeuw een slim politiek spel gespeeld. Ze hadden stukken grond verzameld, bondgenootschappen gesloten en huwelijken gearrangeerd. Hun positie in Europa werd sterker. Het duurde niet lang voordat zij aanspraak maakten op de Gelderse gebieden. Filips de Goede en later Karel de Stoute mengden zich in de successieoorlog tussen Arnold van Egmond en diens zoon Adolf. De Bourgondische hertogen maakten slim gebruik van de politieke onrust. Zij steunden eerst Adolf, en vervolgens toch weer Arnold. Een lang verhaal kort: toen Arnold opnieuw hertog werd, was het opnieuw financieel slecht gesteld met het hertogdom. Arnold moest zijn hertogdom verpanden aan de Bourgondische hertog Karel de Stoute. In 1473 lijfde Karel de Stoute Gelre in bij het Bourgondische rijk.
Gelderse oorlogen
Karel de Stoute en zijn Habsburgse opvolgers wilden hun gebieden veel meer centraal besturen. Als onderdeel daarvan begonnen zij het zelfstandige bestuur van het hertogdom Gelre te ontmantelen. De ridders en steden moesten macht inleveren. In een poging hun onafhankelijkheid en privileges te waarborgen, stelden de Staten van Gelre in 1492 een eigen hertog: Karel van Egmond. Hij kreeg als opdracht de Bourgondiërs te verjagen. De oude privileges van de Staten werden hersteld. Maar daarmee was de kous niet af. Het Bourgondisch-Habsburgse huis bleef aanspraak maken op Gelre. Dat leidde tot een afwisseling van periodes van Gelderse onafhankelijkheid en Habsburgse bezettingen. In deze Gelderse oorlogen leunde hertog Karel van Egmond (die nu Karel van Gelre werd genoemd) op zijn veldheer Maarten van Rossum.
Nieuw staatsverband
In de loop van de Gelderse oorlogen liepen de spanningen tussen Karel van Gelre en de Staten op. Zozeer zelfs, dat de Staten in 1537 besloten Karel af te zetten. Willem van Kleef volgde hem op als hertog. Geplaagd door herhaaldelijke aanvallen, moest Willem in 1543 het hertogdom afstaan aan de Habsburgse keizer Karel V. Gelre was nu officieel onderdeel van het Habsburgse Rijk. Bij die inlijving wisten de Staten wel een deel van hun privileges te behouden. Ze werden vastgelegd in het Traktaat van Venlo. Zo bleef het hertogdom Gelre (op papier) een min of meer zelfstandig territorium, maar wel in een nieuw staatsverband: de Habsburgse Nederlanden.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Politiek & Samenleving in de tijd van het Graafschap en Hertogdom.
de musea
de kaart
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Politiek & Samenleving in de tijd van het Graafschap en Hertogdom.
de collectiestukken
Gildeschild van het Schippersgilde
Valkhof Museum
Oudste Charter van Culemborg over verlenen van Stadsrecht in 1318. Origineel in collectie
Regionaal Archief Rivierenland
schandbal van hout en ijzer, 16e eeuw
Museum Elburg
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Politiek & Samenleving in de tijd van het Graafschap en Hertogdom.
de verhalen
Openbare klacht over de hertog van Gelre
Op 22 november 1493 stuurt de jonge graaf Bernhard van Meurs een klaagbrief aan alle steden, vorsten en edelen van Gelre. Hij verduidelijkt zijn klaagbrief..
Stadsrechtenbrief
“In naam van de heilige en ongedeelde Drie-eenheid. Amen. Ik, Otto, graaf van Gelre en Zutphen, (…) heb van de plaats Arnhem een stad gemaakt en..
Graaf Reinoud I, de gekke graaf van Gelre
De Gelderse graaf Reinoud I wordt vaak vooral herinnerd als ‘gekke graaf’. Tijdens de slag bij Woeringen (Duitsland) zou hij een klap op zijn hoofd hebben gehad..