Nederlands gewest
Aan het front
In 1543 zagen Gelderse ridders en stedelijke elites zichzelf als trotse bestuurders van een autonoom hertogdom. Op kasteel Hernen kan je een bezoek brengen aan één van die machtige heren in Gelre uit die periode. Maar aan het einde van de zestiende eeuw moesten de Gelderse autoriteiten zich schikken in een bijrol aan de rand van de nieuwe Nederlandse republiek. Stap voor stap raakte Gelderland verstrikt in een groter staatsverband. Daarvan was eerst Brussel het middelpunt. Hier zetelde de regering die namens de Spaanse koning Filips II de Nederlandse gewesten bestuurde. Vanaf de jaren zeventig kwam het politieke centrum te liggen in Holland, dat met Willem van Oranje leiding gaf aan de Opstand.
Oorlogsgebied
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648) was Gelderland vrijwel permanent oorlogsgebied. Spaanse en Staatse legers stroopten beurtelings het Gelderse platteland af en belegerden en plunderden steden. Exposities in het Stadsmuseum en de Oude Calixtuskerk van Groenlo laten zien dat Gelre één van de Europese strijdtonelen was waar de grote mogendheden elkaar bevochten. Met desastreuze gevolgen voor de plaatselijke bevolking. Tegelijkertijd voltrokken zich grote verschuivingen op het terrein van de religie. Vanaf 1579 ondersteunde het Gelderse bestuur de Reformatie krachtig. In de Walburgiskerk van Zutphen zijn nog altijd beeldhouwwerken te zien die de nieuwe protestantse overheid liet vernielen. Gewetensvrijheid was gegarandeerd, maar het katholicisme werd verboden.
De rand van de republiek
Ook na de Vrede van Munster bleef Gelre een bufferzone voor de rijke provincies Holland en Zeeland, waar de Gouden Eeuw was aangebroken. In 1672 trok de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV met een groot leger via Gelderland de Nederlandse republiek binnen. Kastelen zoals Middachten raakten zwaar beschadigd. Pas nadat in Nijmegen de vrede gesloten was, kon Gelre aan een voorzichtige bloeiperiode beginnen. Daarvan profiteerde vooral de adel. De prinsen van Oranje hadden de macht stevig in handen. Zij vestigden zich in deze periode op de Veluwe. Stadhouder Willem III liet Paleis het Loo bouwen bij Apeldoorn.
De patriotten
Lange tijd veranderde er in achttiende-eeuws Gelderland ogenschijnlijk weinig. De oude adellijke machthebbers wisten vrijwel de gehele eeuw in het zadel te blijven, al werd hun positie gaandeweg van meer kanten ondergraven. Dat resulteerde uiteindelijk in een poging van patriotten om de politiek ingrijpend te hervormen. Eén van de revolutionaire voormannen was Herman Willem Daendels. Je leert hem kennen tijdens een bezoek aan het Voerman Stadsmuseum Hattem in zijn geboortestad. De patriotten kregen de wind in de zeilen op de golven van de Franse revolutie. In 1795 was het oude regime ten einde en ging het autonome gewest Gelderland op in een nieuwe nationale eenheidsstaat.
Bekijk de video
In de zeventiende en achttiende eeuw was Gelderland vaak het toneel van veldslagen en belegeringen. De Tachtigjarige Oorlog bracht het gewest in rep en roer. Ondertussen heerste er ook grote religieuze verdeeldheid onder de bewoners van het Gelderse gebied.