Vroege middeleeuwen
Taal, Kunst en Cultuur
Verloren talen, bijzondere grafgiften en een oud verhaal
In het dunbevolkte Gelderse gebied van de vroege middeleeuwen leefden verschillende bevolkingsgroepen naast elkaar. Bij gebrek aan schriftelijke bronnen weten we relatief weinig over hun taal, kunst en cultuur. We zijn vooral afhankelijk van archeologisch materiaal: opgegraven nederzettingen, grafvelden en grafgiften. Onder de Karolingische koningen vanaf de achtste eeuw krijgen we een nauwkeuriger beeld. In de periode die historici nu omschrijven als de ‘Karolingische renaissance’ bloeiden kunst, onderwijs, architectuur en literatuur op. Het aantal geschreven bronnen nam toe.
Smeltkroes van culturen
Het is waarschijnlijk dat na de val van het Romeinse Rijk veel Gallo-Romeinse en Bataafse inwoners in het Gelderse gebied bleven wonen. Kort na het vertrek van het Romeinse gezag trokken ook veel Germaanse stammen vanuit het noorden (boven de Rijn) naar het zuiden, waarbij ze hun goden en gebruiken met zich meenamen. Verschillende bevolkingsgroepen woonden samen in het dunbevolkte Gelderse gebied. De verscheidenheid van hun cultuur, taal en gebruiken zien we terug in de diverse grafrituelen en grafgiften. De grafgiften varieerden van exotische sieraden tot gedecoreerde potten en kruiken. In een zesde-eeuws grafveld uit Lentseveld is een prachtige halsketting gevonden, gemaakt van kleurrijke kralen gemaakt met glas en barnsteen uit onder meer het Midden-Oosten, Noord-Afrika en India.
Oudste Nederlandse zin
Bij gebrek aan schriftelijke bronnen kunnen we lastig zeggen welke talen de bewoners van het Gelderse gebied spraken. Mogelijk spraken zij in het dagelijks leven een vorm van het Oudnederlands. Historici troffen namelijk in de Lex Salica, een Frankische wetstekst, sporen aan van dit Oudnederlands. De Lex Salica werd ingevoerd door de Merovingische koning Clovis rond 510. Hierin stonden de belangrijkste wetten over bezit, erfenis, moord, diefstal en dergelijke zaken. De wet is geschreven in het Latijn, maar niet iedereen las Latijn. In de marge van de Lex Salica zien we een kort zinnetje neergepend in de volkstaal. Hier staat geschreven: Maltho thi afrio lito. Vertaald: ‘ik zeg ik laat jou vrij, laat’. Een ‘laat’ is een horige. Het lijkt misschien nog maar weinig op het huidige Nederlands, toch ligt deze volkstaal aan de basis van het Nederlands dat we nu spreken. Daarnaast kan toponymie – plaatsnaamkunde – ons iets kan vertellen over de taal die men vroeger sprak. In plaatsnamen zijn termen uit de vroegmiddeleeuwse taal overgeleverd. Denk hierbij aan plaatsnamen die eindigen op ‘loo’ (open, toegankelijk bos) of ‘laar’ (open plaatsen in het bos), ‘haar’ (kleine hoogtes in laaggelegen gebieden) en ‘horst’ (hoogtes met bomen).
Het ontstaan van Gelre: een verhaal
De vroege middeleeuwen waren een periode waarin veel verhalen rondgingen. Die verhalen werden niet zozeer opgeschreven maar doorverteld aan kinderen, kleinkinderen en de gemeenschap. Generaties lang kon een verhaal de tand des tijds weerstaan. Sommige elementen in zo’n verhaal bleven hetzelfde, andere werden aangepast: om een betere aansluiting te krijgen bij de tijd, of omdat mensen onderdelen vergaten of parafraseerden. Een goed verhaal kon deel uitmaken van de identiteit van een land, regio of woonplaats. Dit gold ook voor Gelre. De verklaring van de naam ‘Gelre’ komt tot uiting in een verhaal dat mogelijk van generatie op generatie werd overgedragen, maar pas rond 1475 werd opgeschreven. Het ging zo. Een draak verwoestte gebieden langs de oevers van de Niers en joeg de bewoners daar angst aan. Twee dappere broers, Wichard en Lupold van Pont, gingen samen de draak te lijf en staken hem neer. Terwijl hij dood ter aarde stortte brulde de draak ‘Gelre!’. Op de plek waar ze de draak verslagen hadden, kregen de broers een stuk grond en bouwden ze een burcht: Gelre. Hun nieuwe wapen toonde drie mispels, een verwijzing naar de mispelboom waaronder de draak zich schuilhield. Wichard zou volgens dit (onware) verhaal uiteindelijk de stamvader worden van de graven van Gelre.
De komst van de Vikingen
In de negende eeuw trok de relatieve welvaart van het Gelderse gebied ongewenste bezoekers aan: de Vikingen. Onder meer Zutphen, Nijmegen en Deventer kregen te maken met plunderingen. De Vikingen bivakkeerden tijdens hun verblijf in winterkampen van waaruit zij op rooftocht trokken. Tegenover Zutphen in Waps is zo’n kamp teruggevonden. Hier krijgen we een bijzonder kijkje in de dagelijkse cultuur van de Vikingen: naast mantelspelden, een bijlhanger en een Vikingnaald, vonden archeologen vier loden speelstukken. Deze speelstukken zijn waarschijnlijk bedoeld voor het strategische bordspel Hnefatafl dat Vikingen graag speelden. Een goede manier om te tijd te doden tussen de rooftochten door.
In de voetsporen van de Romeinen
Rond 800 liet Karel de Grote een palts bouwen bovenop de Valkhofheuvel in Nijmegen. Hij verbleef hier tijdens belangrijke feestdagen of vergaderingen. De keuze voor Nijmegen was niet toevallig: de sporen van de Romeinen waren hier zeer waarschijnlijk nog altijd duidelijk te zien. Met de bouw van de palts trad Karel de Grote bewust in de voetsporen van de oude Romeinse keizers. Ook het feit dat hij zichzelf in 800 tot keizer liet kronen in Rome getuigt van een zekere toe-eigening van de Romeinse erfenis. In het Gelderse rivierengebied beschouwden de Frankische koningen zich als legitieme opvolgers van het Romeinse gezag. Romeinse resten zoals forten, tempels en castella werden door hen in bezit genomen en geëxploiteerd als onderdeel van de zogeheten koningsgoederen. De Romeinse cultuur, geschiedenis, kunst en cultuur waren dus nog niet volledig verdwenen uit het vroegmiddeleeuwse Gelderse gebied.
Karolingische renaissance
Vanaf ongeveer 800 begon een relatief rustige periode in het Frankische Rijk. Daardoor bloeiden de kunst, cultuur, literatuur en economie op. Deze periode noemen historici ook wel de ‘Karolingische renaissance’. Karel de Grote liet scholen oprichten voor jonge mannen, ontving geleerden aan zijn hof en liet zich door hen onderwijzen. Een van die geleerden aan het hof was de biograaf Einhard. Hij schreef de Vita Caroli Magni, een waardevolle bron over het leven van Karel de Grote. In de tijd van Karel en zijn opvolgers nam het aantal geschreven bronnen toe, ook op het gebied van administratie. Zo vinden we in een pagina uit het negende-eeuwse Verbrüderungsbuch der Abtei Reichenau de namen terug van het machtige grafelijke geslacht dat heerste over Hamaland in het Gelderse gebied.
Christelijke propaganda
De grens tussen religie en kunst/cultuur is in de vroege middeleeuwen poreus. Met het christendom kwam niet alleen een nieuwe levensbeschouwing naar Gelderland. De nieuwe religie bracht ook geschriften (in het Latijn) en christelijke (kunst)voorwerpen met zich mee. Door het werk van missionarissen als Liudger, Lebuïnus en Werenfried verspreidde zich vanaf de achtste eeuw veel christelijke propaganda over het Gelders gebied: denk aan reliekschrijnen, geschriften, munten en verhalen over de levens van heiligen. In Bergh vond de archeologische werkgroep op een akker een bijzondere heiligenfibula uit de tijd van de Karolingische koningen. Het kleurrijke glaspasta in het koper van de fibula is goed bewaard gebleven. Ook in Zutphen vonden archeologen twee mantelspelden met christelijke symbolen: een vergulde fibula met kruizen en een fibula met twee duiven.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Taal, Kunst en Cultuur in de tijd van de Vroege middeleeuwen.
de musea
de kaart
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Taal, Kunst en Cultuur in de tijd van de Vroege middeleeuwen.
de collectiestukken
Zilveren kledingnaald uit de vroege middeleeuwen
Valkhof Museum
Dun benen kammetje
Rijksmuseum van Oudheden
Rammelaar van Pingsdorf-aardewerk
Historisch Museum De Scheper
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Taal, Kunst en Cultuur in de tijd van de Vroege middeleeuwen.
de verhalen
Kerstening
De Benedictijner monnik Gerward, die in de negende eeuw als pastoor in Gendt werkte, was de trotse bezitter van die met de hand geschreven boeken..
Droge voeten, schone schoenen
Als sinds de Prehistorie wordt kleding, waaronder schoenen, gemaakt van leer, maar door modderige en vuile straten konden schoenen gemakkelijk..
Folckerus
Folckerus is een rijke Friese edelman. Hij heeft bezittingen in de huidige provincies Groningen, Friesland, Utrecht, Gelderland (in de Betuwe en op de Veluwe) en..