Vroege Middeleeuwen
Politiek & Samenleving
Gelderland als onderdeel van het Frankische Rijk
Vanaf eind vijfde eeuw brokkelde het Romeinse gezag stukje bij beetje af in het Gelderse gebied. Het machtsvacuüm werd gevuld door een Germaans stamverband, de Franken. Gelderland lag aanvankelijk aan de noordelijke periferie van dit nieuwe Frankische Rijk. Vanaf de zevende eeuw kregen de Frankische vorsten steeds meer aandacht voor het strategisch gunstig gelegen en rivierrijke Gelderse gebied. Onder keizer Karel de Grote werd heel Gelderland onderdeel van het Frankische Rijk. De Frankische vorsten organiseerden hun nieuwgewonnen land volgens het domeinstelsel. Op een domein werkten onvrije boeren (horigen) voor de landheer. De vorsten vertrouwden het dagelijkse bestuur in de regio toe aan trouwe Frankische edellieden, bisschoppen en lokale graven en hertogen.
Het Romeins gezag valt weg
Tegen het einde van de vijfde eeuw had Rome nagenoeg geen macht meer in het Gelderse gebied. Romeinse legers trokken weg uit de castella en de bewaking rond de Romeinse limes verdween. Veel Germaanse stammen staken de grens over, onder wie het Germaanse stamverband dat bekend staat onder de naam ‘Franken’. Onder leiding van koning Childerik en zijn zoon en opvolger Clovis kregen de Franken steeds meer macht. Zij vestigden een eigen Frankisch Rijk, dat zijn machtsbasis had rond Doornik. Onder Clovis werden Noord-Frankrijk, het Rijngebied en de zuidelijke streken van het huidige Gelderland onderdeel van dit nieuwe Frankische Rijk. Twee eeuwen lang zouden koningen uit de Merovingische dynastie op de Frankische troon zitten.
Aan de noordelijke grens van het Frankische Rijk
Het Gelderse Rivierengebied lag aan het begin van de zesde eeuw aan de noordelijke grens van het Frankische Rijk. Hier lag aanvankelijk niet de focus van de Merovingische koningen. Die hadden hun pijlen gericht op de zuidelijke streken van hun rijk. Pas vanaf de zevende eeuw richtten de Merovingische koningen zich meer op het noordelijke Rijngebied. Het was de Frankische hofmeier – dienaar van de koning – Pepijn van Herstal die de Friese koning Radbod versloeg en de handelsplaats Dorestad innam. Vermoedelijk kwam met deze actie ook het aangrenzende Gelderse gebied meer onder Frankische invloed. Pepijn en zijn opvolgers schonken stukken land in het Gelderse gebied aan trouwe, lokale edellieden en homines franci. Deze homines franci waren Frankische vrije lieden (ook wel koningsvrijen genoemd) met een speciale wettelijke bescherming, verleend door de Frankische vorst.
Van de Merovingische dynastie naar de Karolingische koningen
De Merovingische vorsten lieten een deel van het praktische bestuur over aan hofmeiers zoals de eerdergenoemde Pepijn van Herstal. Deze hofmeiers stuurden de hofhouding van de koning aan en beheerden diens landerijen. De hofmeiers van de adellijke familie van de Pippiniden hadden in de zevende en achtste eeuw steeds meer macht vergaard, ten koste van de Merovingische vorsten. Pepijn de Korte maakte de machtsovername definitief. De laatste Merovingische koning Childerik III moest aftreden en Pepijn de Korte werd koning. De Merovingische dynastie maakte plaats voor een nieuwe dynastie: de Karolingische koningen.
Karel de Grote en de Saksenoorlog
In 768 volgde Karel de Grote zijn vader Pepijn de Korte op als koning van de Franken. In 800 kroonde de paus hem tot keizer. Karel had een grote belangstelling voor de noordelijke grens. Hij verstevigde zijn gezag in de Rijndelta en het Gelderse gebied. Daarbij kwam hij in botsing met de Saksen. Zij woonden in het oostelijk deel van de Achterhoek en in Westfalen. Onder bevel van Karel vielen in 772 de Franken het Saksische gebied binnen. Het Frankische leger versloeg de Saksen. Daarmee werd het hele Gelderse gebied bij het Frankische Rijk gevoegd. Het machtscentrum verschoof hiermee van het midden en noorden van het huidige Frankrijk naar het noordoosten van het Frankische Rijk. Als kers op de taart liet Karel de Grote een palts (paleis) bouwen in Nijmegen, als tijdelijke residentie voor de rondreizende vorst.
Horigen, dienstlieden en ridders
Onder Karel de Grote en zijn opvolgers werden nieuw veroverde gebieden ingericht volgens het domeinstelsel. De koningen gaven landerijen aan bisschoppen, kloosters of vazallen. Deze vazallen waren trouwe edellieden die hen hadden gesteund in tijden van oorlog. Zo’n stuk land heette een domein. Op het domein werkten horigen. Dit waren onvrije boeren met beperkte rechten en veel verplichtingen. Ze behoorden toe aan het domein. Het aansturen van de horigen op het domein liet de landheer vaak over aan zijn dienstlieden, ook wel ministerialen genoemd. Deze dienstlieden zouden op den duur status vergaren als ruiters in de legers van de landheer. Zo ontwikkelden zij zich tot een nieuwe klasse: de ridderschap.
Lotharingen en het Duitse Rijk
Na het overlijden van Karel de Grotes zoon en opvolger Lodewijk de Vrome, werd het Frankische Rijk volgens het Frankische erfrecht verdeeld onder Lodewijks drie zonen, Lotharius, Lodewijk en Karel. Met het Verdrag van Verdun (843) werd het Frankische Rijk in drie delen gesplitst: West-Francië (het huidige Frankrijk), Oost-Francië (ruwweg het huidige Duitsland) en ertussenin een langwerpig middendeel, Lotharingen. In het noordelijke puntje van Lotharingen lag Gelderland. Onderlinge conflicten tussen de drie vorsten resulteerden in het verschuiven van grenzen, waarna in de tiende eeuw Lotharingen onder gezag kwam van Oost-Francië. Dit gebeurde door toedoen van koning Hendrik de Vogelaar van Oost-Francië. Met hem trad een nieuwe dynastie aan in het Gelderse gebied; die van de Saksische Ottonen.
De Vikingen komen
Voortdurende conflicten tussen de vorsten verzwakten het Frankische Rijk. Hier maakten de Vikingen gebruik van. Aan het einde van de negende eeuw vielen deze Deens-Engelse Noormannen veel steden aan, waaronder Zutphen. Dit weten we niet alleen door beschrijvingen uit kronieken, maar ook door archeologische opgravingen. Zo vonden archeologen bij het Zutphense ’s Gravenhof resten van verbrande huizen en skeletten met steekwonden. Verschillende graven en hertogen werkten met succes samen om de Vikingen uit het Gelderse gebied te verdrijven. Nieuwe versterkingen, waaronder de ringwalburg van Zutphen, moesten toekomstige aanvallen helpen tegengaan.
Graven en hertogen
Voor het dagelijkse regionale bestuur leunden de vorsten vaak op trouwe bisschoppen, graven en hertogen. De graven en hertogen organiseerden aanvankelijk de militaire verdediging van een gebied. In de loop van de vroege middeleeuwen kregen deze graven en hertogen meer verantwoordelijkheden. De titel van ‘graaf’ of ‘hertog’ werd erfelijk en nieuwe dynastieën gingen de toon zetten. Een belangrijke grafelijke familie was die van Hamaland: een gebied dat onder meer delen van de Achterhoek en de Veluwe omvatte. Het grafelijk geslacht van Hamaland ging eind tiende eeuw ten onder door opvolgingscrises, familieruzies en conflicten met nabijgelegen graafschappen (waaronder het graafschap Teisterbant in de huidige Betuwe). De koning herverdeelde de gebieden van Hamaland onder lokale edellieden. De eigendommen van de Hamalandse graven en Teisterbant kwamen in bezit van een nieuw grafelijk geslacht: de graven van Gelre.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Politiek & Samenleving in de tijd van de vroege middeleeuwen.
de musea
de kaart
Luister naar de podcast
Ontdek in de Verhaal van Gelderland Podcast verrassende feiten, nieuwe inzichten en spannende verhalen over thema Politiek & Samenleving in de tijd van de vroege middeleeuwen.
de podcast
Een vroeg middeleeuwse Viking crime scene
In 882 plunderden de Vikingen een nederzetting op de plek die we nu kennen als het ’s Gravenhof in Zutphen. Het archeologische bewijs voor deze Vikingaanval vinden we vlak naast dit plein in het Stedelijk Museum Zutphen, onderdeel van Musea Zutphen. In dit museum wordt René Arendsen eerst ontvangen door conservator Christiaan te Strake. Daarna duiken we de kelder in. Stadsarcheoloog Michel Groothedde vertelt hier over een bijzondere archeologische vondst: het skelet van een vrouw. Zij was een van de slachtoffers van de Vikingaanval in Zutphen. Michel Groothedde vond haar stoffelijk overschot en schreef daarmee wereldgeschiedenis.
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Politiek & Samenleving in de tijd van de vroege middeleeuwen.
de collectiestukken
IJzeren zwaard uit de vroege middeleeuwen
Valkhof Museum
IJzeren rugplaat van een gordelgarnituur uit de vroege middeleeuwen
Valkhof Museum
Zwaardschedebeslag van zilver met runeninscriptie uit de vroege middeleeuwen
Valkhof Museum
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Politiek & Samenleving in de tijd van de vroege middeleeuwen.
de verhalen
Hof en Leenstelsel
In de eerste helft van de negende eeuw schrijft een monnik in het Benedictijner klooster in Lorsch, dat ongeveer twintig kilometer ten noorden van Mannheim..
Karels strijd tegen Widukind
Karel de Grote is de grote Frankische vorst die in het jaar 800 door de paus tot keizer werd gekroond. Hij had zijn hoofdzetel in Aken..
Godfried’s liefde voor Gelre
Het is dinsdag 21 juli 882. Na een tweeweekse vruchteloze belegering van Noormannenkamp Ascloha, centraal gelegen langs waterwegen en..