Romeinse tijd
Politiek & samenleving
Van stamverband tot wereldrijk
De regio maakte rond het begin van de jaartelling een ingrijpende ontwikkeling door, van een tribale samenleving tot onderdeel van een wereldrijk. Via enkele bestuurslagen maakte de keizer hier de dienst uit. Dat geldt althans voor het Romeinse gedeelte van Gelderland: boven de Rijn bleef de samenleving bestaan zoals in de ijzertijd: Germaanse stamverbanden met een zeer regionaal karakter.
Bataven
De integratie van Gelderland in het grote Romeinse Rijk vond waarschijnlijk plaats in 19 voor Chr. in opdracht van Agrippa, de rechterhand van keizer Augustus en toenmalig stadhouder van de provincie Gallië. In dat jaar marcheerden twee à drie legioenen (meer dan 15.000 man) vanuit het Middellandse-Zeegbied naar het noorden om zich te vestigen in Nijmegen-Oost. Volgens de meest recente theorie is dat ook het moment dat leden van de Chatten, een Keltisch volk uit midden-Duitsland, zich vestigden in de Betuwe. De nieuwkomers mengden zich met hier wonende plukjes Eburonen, waarna het nieuwe volk ook een nieuwe naam kreeg: Bataven. De benaming lijkt niet voort te komen uit een etnische achtergrond, maar meer gebaseerd te zijn op een territoriale afbakening door de Romeinen.
Bataafs district
In de eerste pakweg 90 jaar veranderde er op bestuurlijk vlak nog maar weinig. Het leefgebied van de Bataven stond administratief bekend als Civitas Batavorum, het Bataafse district, en werd gezien als een militaire zone. De Bataven hadden een speciale status: ze hoefden geen belasting te betalen maar leverden wel soldaten voor de hulptroepen. Waarschijnlijk beschouwden de Romeinen hen als bevriende buffer tussen hun beschaafde wereld en mogelijk Germaans gevaar uit het noorden. Dat de Bataven in het begin nog een aardige vinger in de pap hadden, blijkt onder andere uit een altaarsteen uit Ruimel (NB), opgericht door Flavus, de hoogste magistraat van het Bataafse district. Opvallend is verder de benaming ‘koninklijken bloede’ die de Romeinse schrijver Tacitus koppelde aan Julius Civilis, de latere leider van de Bataafse Opstand. Kennelijk bestonden er toen nog oude hiërarchische patronen.
Bataafse opstand
De bestuurlijke ontwikkeling werd in het jaar 69 onderbroken door een opstand van lokale groepen. Aanleiding hiervoor was het overlijden van de gehate keizer Nero (54-68) en de daaropvolgende bloedige burgeroorlog. Binnen één jaar claimden vier Romeinse generaals de keizertroon. Vrijwel alle soldaten uit de grensregio’s werden teruggetrokken om elders te vechten tegen andere Romeinse legioenen. Ook de Bataven dreigden meegesleurd te worden in de burgeroorlog, maar Batavenleider Julius Civilis verzette zich daartegen en ontketende een opstand. Andere lokale volkeren sloten zich hierbij aan. De op dat moment sterk onderbezette Rijnforten vormden een makkelijke prooi voor de opstandelingen en vrijwel alle castella langs de Rijn gingen in vlammen op. Nadat Vespasianus (69-79) als winnaar uit de burgeroorlog kwam en in het jaar 70 de bezetting van de noordelijke forten weer aanvulde, kon de Bataafse opstand vrij snel de kop worden ingedrukt.
Promotie tot provincie
Pas keizer Domitianus (81-96), meer dan 100 jaar na de komst van de eerste legers, transformeerde de regio in een officiële Romeinse provincie, genaamd Neder-Germanië (Germania Inferior). Aan het hoofd stond een gouverneur, zetelend in de provinciehoofdstad Keulen. De Civitas Batavorum kreeg de status van een soort gemeente, met Nijmegen als hoofdstad. Er is discussie of steden ook speciale rechten hadden, met een onderscheid tussen een ‘colonia’ (Xanten en Keulen) en een ‘municipium’ (Nijmegen en Voorburg). Het bestuur van de stad was in handen van een gemeenteraad, de ordo decurionum, bestaande uit vooraanstaande personen in de regio, zoals villa-eigenaars. Een van de gemeenteraadsleden van de Civitas Batavorum kennen we zelfs bij naam dankzij een altaartje dat is gevonden in Kapel-Avezaath: ene Valerius Sylvester meldt hier trots dat hij deel uitmaakt van de gemeenteraad in Nijmegen, hemelsbreed 35 km verderop.
Politiek systeem
De provincie Neder-Germanië was op haar beurt weer ingebed in de algemene bestuurlijke structuur van het Romeinse Rijk. Die structuur laat zich lastig vangen in een politiek systeem. Feitelijk zou je kunnen spreken van een combinatie tussen alleenheerschappij (keizer) en een zekere vorm van democratisch toezicht (senaat). De functie van keizer is een Romeinse uitvinding, of liever gezegd een Romeinse titel, vernoemd naar Julius Caesar: Augustus (27 voor Chr. – 14 na Chr.) was de eerste die zich zo mocht noemen. De keizers en de senaat stonden regelmatig (maar zeker niet altijd) op gespannen voet met elkaar, dat verschilde per keizer en per periode. De keizer had hoe dan ook steun nodig van de gouverneurs in de provincies, wat op zich al een hele toer was vanwege de enorme afstanden in het rijk en de daarmee samenhangende beperkingen in communicatie. Daardoor hadden (en namen) gouverneurs een zekere vrijheid om hun provincie te besturen.
Germanisering
Vanaf de derde eeuw nam de invloed van het centraal gezag in het Romeinse Rijk geleidelijk af. In contrast daarmee groeide de invloed van Germaanse volkeren, waarvan ook leden dienstnamen in het Romeinse leger. Vanaf eind derde eeuw spraken de Romeinen niet meer van Germanen, maar van Franken. In het geval van Gelderland gaat het om de Chamaven, die woonden op de Veluwe en in de Achterhoek. Sommige Franken namen ook dienst in het Romeinse leger ten zuiden van de Rijn, waardoor ze opeens aan twee kanten van de limes te vinden waren. Omdat de Franken carrière maakten in het leger, bereikten ze gaandeweg ook hogere posities. Je zou die ontwikkeling kunnen zien als een gestage Germanisering van de maatschappij, om het contrast weer te geven met de Romanisering in de eerste twee eeuwen.
Frankische Rijk
Frankische groepen traden steeds vaker op in samenwerkingsverbanden en ontwikkelden daarmee ook een structurele vorm van organisatie. In de vijfde eeuw namen ze het noordwestelijke deel van het Romeinse Rijk over, inclusief al het materiële en immateriële erfgoed. Een verre nazaat van deze Franken, Karel de Grote, bekrachtigde dit erfgoed door zich te laten kronen tot keizer, om zo in de voetsporen te treden van zijn Romeinse voorgangers.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Politiek & samenleving in de tijd van de Romeinse tijd.
de kaart
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Politiek & samenleving in de tijd van de Romeinse tijd.
de collectiestukken
Geëmailleerde schijffibula van brons uit de Romeinse tijd.
Valkhof Museum
IJzeren gezichtshelm, bekleed met verzilverd brons, uit de Romeinse tijd
Valkhof Museum
Zwart-wit foto van de grafsteen van de Romeinse Marcus Mallius gevonden in de Bijland de fot dateert uit de periode 1950-1999
Liemers Museum
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Politiek & samenleving in de tijd van de Romeinse tijd.
de verhalen
Levefanum
Het is zeer aannemelijk dat Levefanum de Romeinse naam was van de plaats Elst in de gemeente Overbetuwe. Dat is de uitkomst van een studie naar..
Grachten en dam(men): de doorgang naar Noord-Germanië
Drusus was een beroemd legeraanvoerder. Hij was generaal in het Romeinse leger tijdens de heerschappij van keizer Augustus, die erg onder..
Kesteren in de Romeinse tijd
Binnen de Nedergermaanse limes vormt Kesteren een geval apart. Opgravingen laten zien dat hier in de Romeinse tijd volop activiteit is geweest, zowel militair..