Romeinse tijd
Economie
Integratie in de wereldeconomie

Bron: Marjolein Haars (BCL Archaeological Support), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 1, pagina 184), CC-BY-NC]
De Romeinse tijd betekende in vrijwel alle opzichten een breuk met de prehistorie. Dat geldt zeker voor de economie die tot de komst van de Romeinen vrijwel uitsluitend bestond uit kleinschalige, zelfvoorzienende landbouw. De Romeinse tijd kenmerkte zich daarentegen door toenemende grootschaligheid, de opkomst van allerlei zelfstandige ambachten (zoals pottenbakkers en schoenmakers), dienstverlening, het toenemende belang van de handel en zelfs de vestiging van de eerste fabriek van Nederland, het steenovencomplex op de Holdeurn in Berg en Dal.
De eerste stad
Bij de komst van de Romeinen was de inheemse samenleving volkomen ruraal, met een focus op zelfvoorzienende landbouw. Ambachtelijke activiteiten zoals het vervaardigen van kleding en aardewerk deed men overwegend binnen het huishouden zelf; handel speelde slechts een marginale rol. De Romeinen doorbraken dat rond 12 v. Chr. door de stichting van een stedelijke nederzetting, Oppidum Batavorum, gelegen rond het Nijmeegse Valkhof. Nadat dit stadje tijdens de woelingen van de Bataafse Opstand in het jaar 70 in vlammen opging, verschoof de bewoningskern naar Nijmegen-West. Deze nederzetting groeide uit tot de officiële stad Ulpia Noviomagus. Daarmee is Nijmegen met afstand de eerste en oudste stad van Nederland. Hier vestigden zich bestuurders, handelaars, winkeliers, ambtenaren en ambachtslieden, en daarmee ontstond ook een heel nieuw palet aan economische activiteiten. Daarnaast ontstonden er ook economische centra rond de nieuw aangelegde forten aan de Rijn, langs wegen en langs andere scheepvaartroutes.
Economisch netwerk
De Romeinen introduceerden muntgeld en daarmee ook een monetaire economie, die de Bataafse bevolking gaandeweg accepteerde. In de eerste tientallen jaren bleef men op het platteland echter overwegend zelfvoorzienend, met een voorzichtige oriëntatie op surplusproductie voor de (Nijmeegse) markt. Pas na de Bataafse Opstand (69-70) en de omvorming van het gebied tot officiële provincie werd de boerensamenleving alsnog – en versneld – geïntegreerd in het economische netwerk van de Romeinen dat zich uitstrekte over de gehele toen bekende wereld. In Romeins Nederland vervulde Nijmegen/Noviomagus een centrale rol, maar in de stedelijke hiërarchie was Nijmegen zelf weer de mindere van respectievelijk Xanten en Keulen.
Delfstoffen
Een mogelijke reden waarom de Romeinen zo lang hebben gewacht met de verheffing van Neder-Germanië tot provincie is omdat in deze streken niet zoveel te halen viel. Nederland en het aangrenzende deel van Duitsland beschikken nu eenmaal niet over kostbare delfstoffen zoals zink, koper, lood, zilver en goud, hoogstens wat natuursteen in de Eifel en wat plukjes ijzererts op de Veluwe. Vanaf ongeveer het jaar 40 gebruikten de Romeinen de Rijn daarom vooral als transportroute naar Brittannië, waar dit soort delfstoffen wel uit de grond kwam. Op Nijmegen na was de Romeinse voetafdruk in Gelderland klein.

Bron: Collectie Valkhof Museum, Archeologisch Depot Gelderland

Bron: Collectie Valkhof Museum, bruikleen Depot voor Bodemvondsten Gemeente Nijmegen
Landinrichting
In de tweede eeuw werd het Gelderse platteland op veel plekken verregaand gecultiveerd en verdeeld in door greppels gescheiden percelen. Uit deze periode stammen ook verschillende villa’s: grootschalige landbouwbedrijven die bestonden uit een hoofdgebouw met enkele bijgebouwen, gericht op het fokken van paarden en de productie van gewassen, voor het leger en voor de stad Nijmegen. In het noorden van het Land van Maas en Waal stonden zo’n zeven villa’s op min of meer regelmatige afstand van elkaar. Deze situatie is voor Gelderland tamelijk uniek, want het was de eerste keer dat op zo’n grote schaal aan landinrichting werd gedaan. De schaal ervan maakt het waarschijnlijk dat dit hele proces is geïnitieerd en geregisseerd door de Romeinse overheid.
Handel
Het goed georganiseerde bestuur, de prima infrastructuur en de vrijwel permanente vrede maakte uitgebreide handel mogelijk. Via handelscontacten vonden allerlei exotische producten hun weg naar Gelderland: aardewerk uit Frankrijk, olijfolie uit Zuid-Spanje, wijn uit Rhodos, natuursteen uit Egypte en zelfs peper uit India. De limes vormde geen belemmering voor de handel. Zo zijn enkele prachtige beeldjes uit Nijmegen gemaakt van barnsteen (gestold dennenhars) dat afkomstig is uit de omgeving van de Oostzee. Ze zijn gesneden in Rome.
Holdeurn

Bron: Rijksmuseum van Oudheden
Schaalvergroting vond niet alleen plaats in de landbouw, maar ook in ambachtelijke productie. Dat kwam met name door de aanwezigheid van militairen. Het leger had voortdurend spullen nodig en de handel kon niet altijd in die behoefte voorzien. Dat geldt vooral voor bouwmaterialen. Om die reden ging het leger zelf ovencomplexen aanleggen en beheren. Zo’n militair ovencomplex lag op de Holdeurn in Berg en Dal, waar negen enorme ovens zijn opgegraven. Deze zullen niet allemaal tegelijkertijd hebben gebrand, want het ovencomplex was ruim anderhalve eeuw in functie. In die tijd zijn er naar schatting miljoenen producten gebakken, vooral tegels, muurstenen, dakpannen en waterleidingbuizen, in alle soorten en maten.
Noorden
In schril contrast met de economische dynamiek in het zuiden van Gelderland bleef het ten noorden van de Rijn erg rustig. Hier lijkt de ijzertijdsamenleving zich gewoon te hebben voortgezet met slechts enkele, verspreid liggende boerderijen. In de loop van de eeuwen groeide hier wel enige ambachtelijke activiteit, met name de ijzerbewerking die later kenmerkend zou worden voor zowel de Veluwe als de Achterhoek. En in de Germaans/Frankische nederzettingen vinden archeologen zeker ook Romeinse voorwerpen, al is niet altijd duidelijk hoe die in het bezit zijn gekomen van de bewoners: door beloning, handel of plundering.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Economie & uitwisseling in de tijd van de Romeinse tijd.
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Economie & uitwisseling in de Romeinse tijd
de collectiestukken

Aureus van Trajanus, munt van goud uit de Romeinse tijd
Valkhof Museum

Medaillon van Constantijn de Grote, zilveren munt uit de Romeinse tijd
Valkhof Museum

Solidus van Valentinianus I, munt van goud uit de Romeinse tijd
Valkhof Museum
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Economie & uitwisseling in de Romeinse tijd.
de verhalen

Augustus en de stier
In Gelderland worden vrij regelmatig Romeinse munten in de bodem aangetroffen. Hoewel deze vondsten normaal eigenlijk alleen gebruikt..

Romeinse weg tussen Driel en Elst
Wie vandaag de dag de Grote Molenstraat tussen Driel en Elst volgt, treedt in de voetsporen van tientallen generaties weggebruikers..

Koningstraat met sporen van de Romeinen
Op de rand van de oude oeverwal van de Waal loopt de Koningstraat door het dorp Afferden heen. Van deze straat wordt aangenomen dat daarin gedeelten..