Nederlands Gewest
Taal, Kunst en Cultuur
Afgekeurd volksvermaak en fraaie buitenplaatsen
Er heerste veel onrust, oorlogsgeweld en religieuze verdeeldheid in het gewest Gelre in de zestiende en zeventiende eeuw. Een groot deel van de katholieke kerken werd na de Reformatie ‘gezuiverd’ van katholieke kunst en ingezet voor de gereformeerde publieke kerk. De ‘gewone’ bewoners van Gelre hadden een veelzijdige volkscultuur in de vorm van spelen, toneel en feesten. Zowel de kerk als het stadsbestuur was niet altijd gecharmeerd van deze uitbundige evenementen. Met name strikte predikanten probeerden uitingen van deze – van oorsprong vaak katholieke – tradities de kop in te drukken. Toen het oorlogsgeweld in Gelderland afnam, liet de rijke adel vanaf het einde van de zeventiende eeuw landhuizen (ver)bouwen en verfraaien met formele tuinen en bijzondere interieurs.
Koppige en/of dappere Geldersen
Kunnen we in de zestiende en zeventiende eeuw spreken van een Gelderse cultuur of identiteit? Het beeld dat buitenlanders destijds hadden van de Geldersen is niet bepaald positief. Zowel de Habsburgse vorsten als de naburige gewesten Holland en Brabant lieten zich kritisch uit over de beruchte Gelderse koppigheid: de bewoners van het gewest stonden bekend om hun barbaarse trekken en strijdlust. Gelderse humanistische geschiedschrijvers omschreven deze koppigheid liever als dapper en vastberaden, passend bij vrijheidsstrijders. De Geldersen hadden zich immers lange tijd verzet tegen vreemde overheersing. De Gelderse humanisten presenteerden Gelre als een verloren Duits vorstendom, met historische wortels in Germaanse en Romeinse tradities. Hoewel de humanisten graag spraken van een overkoepelend Gelders saamhorigheidsgevoel, bestonden er grote regionale verschillen in tradities, religie, landschap en economie, waardoor er moeilijk gesproken kan worden van één Gelderse identiteit. Toch droegen de Geldersen gezamenlijk wel een zekere regionale trots uit om het feit dat het gewest als voormalig hertogdom binnen de Republiek de hoogste in rang was en daarom automatisch landelijke commissies van de Staten-Generaal mocht voorzitten. Des te meer gaf het een teleurstellend gevoel voor veel Geldersen dat Gelre in de zestiende en zeventiende eeuw als bufferstaat van Holland slechts een beperkte rol speelde in de Republiek.
De Beeldenstorm
In 1566 sloegen in het Vlaamse Steenvoorde woedende burgers katholieke elementen stuk in kloosters en kapellen: de Beeldenstorm. De golf van vernielingen verspreidde zich over de Lage Landen. In de loop van de zestiende en zeventiende eeuw werden veel katholieke beelden, schilderijen en mozaïeken vernietigd. In Gelderland was het geen spontane volksuitbarsting zoals in Steenvoorde. In Gelderland werd het protestantisme grotendeels van bovenaf opgelegd, gestuurd door de protestantse kerk – onder het toeziend oog van strikte predikanten als de Arnhemse Johannes Fontanus – en de overheid in de persoon van de stadhouder Jan van Nassau. Vanuit het bestuur werden katholieke kerken stap voor stap gezuiverd en overgedragen aan de protestantse kerk. Katholieke standbeelden werden verwijderd en muurschilderingen van heiligen overgeschilderd. Soms zijn zulke katholieke kunstwerken ondergebracht in schuilkerken of meegesmokkeld naar het katholieke zuiden. Op veel plekken maakten de uitbundige katholieke versieringen en heiligenafbeeldingen plaats voor de meer sobere protestantse vormentaal.
Volkscultuur in steden en dorpen
De bewoners van Gelre hadden hun eigen volkscultuur, met onder meer volkspelen als ganstrekken, papegaaischieten en kaatsen (een soort balsport die je speelt met je handen). Er bestonden ook jaarlijks terugkerende uitbundige volksfeesten als carnaval (inclusief vermommingen), vijf december (Sinterklaas), meivieringen en Nieuwjaar. Die gingen veelal gepaard met vuurwerk, vreugdevuren, het planten van meibomen of met theatervoorstellingen. Zulke feesten leidden zo nu en dan tot brand, openbare dronkenschap of ongeregeldheden, waar zowel het stadsbestuur als de protestantse kerk niet van gecharmeerd waren. In de loop van de zeventiende eeuw keerden predikanten zich steeds meer tegen deze volkscultuur. Met allerlei voorschriften probeerden ze zulke volksfeesten en spelen aan banden te leggen. Veel hielp het niet. Ondanks de vele regels hielden veel volkspraktijken stand.
Verfraaien van buitenplaatsen
Willem III kocht in 1684 het Oude Loo bij Apeldoorn en bouwde hier een groot jachtslot, geïnspireerd door het Paleis van Versailles van de Franse koning Lodewijk XIV. De appel viel niet ver van de boom. Zijn vader Willem II had enkele decennia eerder in Dieren een wildbaan laten aanleggen voor de jacht. Willem II en Willem III waren niet de enige. Met de afname van het oorlogsgeweld in Gelre vanaf het laatste kwart van de zeventiende eeuw, richtte de elite zich op haar landgoederen. De adel wilde prestige uitstralen door het verbouwen, verfraaien en vernieuwen van hun landgoederen met vernuftige tuindecoraties en schilderijen. Veel rijke regenten lieten bovendien nieuwe buitenplaatsen aanleggen (zoals Warnsborn, Klarenbeek en Zypendaal bij Arnhem). In de achttiende eeuw zette deze verfraaiing door, waarbij men zich vaak liet inspireren door de formele Franse stijl.
Stadsdrukkerijen
Door de boekdrukkunst die sinds midden vijftiende eeuw een grote spurt maakte, verschenen in Gelre veel boeken in vreemde talen. Franse, Duitse, Latijnse en Hollandse boeken en pamfletten verspreidden zich door het gewest. De boekdrukkunst was een stedelijke activiteit bij uitstek. In de zeventiende eeuw kregen sommige drukkerijen ook het predicaat ‘stadsdrukkerij’. Een stadsdrukkerij had het alleenrecht om publicaties van de overheid te drukken en ze te verspreiden. Zutphen kreeg een stadsdrukkerij, evenals Arnhem, Nijmegen en later Zaltbommel en Wageningen. Pamfletten, theologische geschriften en propaganda konden zo snel verspreid worden.
Variatie in talen
Over het algemeen sprak men in heel Gelre sinds de late middeleeuwen wel een gemeenschappelijke taal: het oost-Middelnederlands/Nederduits (een soort voorloper van het moderne Nederlands), al kende die taal wel veel plaatselijke varianten. De regionale verscheidenheid van het gewest wordt duidelijk in de veelzijdigheid van de dialecten, variërend tussen het Achterhoeks, Oost-Veluws, Utrechts-Alblasserwaards, Veluws, Zuid-Gelders en Sallands.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Taal, Kunst en Cultuur in de tijd van het Nederlands Gewest.
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Taal, Kunst en Cultuur in de tijd van het Nederlands Gewest.
de collectiestukken
Huis Zypendaal
Geldersch Landschap & Kasteelen
Kokosnootbeker in de vorm van een uil
Valkhof Museum
Portret van Karel van Egmond (1467-1538), Hertog van Gelre, Graaf van Zutphen
Museum Arnhem
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Taal, Kunst en Cultuur in de tijd van het Nederlands Gewest.
de verhalen
“Mijn vreugd is in dees’ achter-hoek”
Naar deze bekende dichtregels van Willem Sluiter wordt vaak verwezen bij de streeknaam Achterhoek. Hij publiceert ze in 1668, 350 jaar geleden..
Arnhem als drukkerscentrum
In 1599 werd Jan Jansz, ook wel Janssen genoemd, in Arnhem aangesteld als statendrukker. Hij was de grondlegger van een invloedrijk..
Een bescheiden geluid tegen slavernij op Huis Zypendaal
Wie op zoek is naar sporen van slavernij in Gelderland, komt een keer bij Huis Zypendaal in Arnhem uit. De familie Brantsen die onder andere deze..