Nederlands Gewest
Politiek & Samenleving
Gelre als strijdtoneel
In de zestiende eeuw verloor het zelfstandige hertogdom Gelre zijn autonome status. Het gewest werd eerst onderdeel van het Spaans-Habsburgse Rijk en vervolgens van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een groot deel van de zestiende en zeventiende eeuw was Gelre strijdtoneel. Met de Vrede van Nijmegen (1678) leek de rust even terug te keren in het gewest. Maar niet voor lang. Spanningen tussen de machtige aristocratie en de burgerij resulteerden in verdeeldheid en conflict, zowel in het begin van de achttiende eeuw (de Gelderse Plooierijen) als aan het einde (de strijd tussen patriotten en prinsgezinden).
Inlijving in het Habsburgse Rijk
Met het Verdrag van Venlo (1543) deed hertog Willem van Kleef afstand van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen. Een belangrijke overwinning voor keizer Karel V. Het Gelderse gebied was nu officieel onderdeel van het Spaans-Habsburgse Rijk. In het Traktaat van Venlo beloofde Karel de privileges en rechten van de Gelderse elites te respecteren. Gelre kreeg een eigen stadhouder, een eigen Hof en een eigen Rekenkamer. In theorie behield het gewest veel zelfstandigheid. Maar in de praktijk werd Gelre stukje bij beetje opgenomen in het Spaans-Habsburgse Rijk, met Brussel als het nieuwe bestuurlijke middelpunt. In de Gelderse Landdag, een vergadering van vertegenwoordigers van de vier kwartieren, uitten de Gelderse steden en edelen hun bezorgdheid over het teloorgaan van hun rechten en privileges.
Opstandige gewesten
In andere delen van de Nederlanden groeide eveneens verzet tegen de centralisatiepolitiek van het Spaans-Habsburgse gezag. Ook de kettervervolging riep veel weerstand op. De hertog van Alva, die na de Beeldenstorm (1566) was aangesteld als landvoogd over de Nederlanden, trad hard op tegen opstandelingen en ketters. Veel opstandige edelen vluchten naar Duitsland, waaronder Floris van Pallandt, Willem van den Bergh en Willem van Oranje. Zij startten vanuit het Duitse rijk militaire campagnes tegen de Spaanse vorst, ook over Gelders grondgebied. In de Unie van Utrecht (1579) spraken de gewesten af om samen de Spaanse vijand te bestrijden. Niet alle Gelderse kwartieren waren ervan overtuigd dat dit de juiste keuze was. Toch zetten ze – met enige tegenzin – hun handtekening onder het bondgenootschap.
Gelre aan het front
De Opstand tegen Spanje zou tachtig jaar duren. Gelre was in die tijd nagenoeg voortdurend oorlogsgebied. Het gebied was erg belangrijk voor de Staatse legeraanvoerder Maurits van Nassau, die de rivieren gebruikte voor strategische doeleinden. In het gewest werden in korte tijd forten en linies gebouwd om de Spanjaarden te verjagen en Holland te beschermen. Spaanse en Staatse soldaten trokken al plunderend door het gewest. Op het platteland van Gelre was de situatie vaak levensgevaarlijk en in de steden was het niet veel beter. Die moesten soms hoge bedragen betalen om plunderingen van Spaanse of Staatse legers te voorkomen. Daar kwam nog een ander probleem bij. Door de grote aantallen soldaten die in de steden waren ingekwartierd, werd de kans op besmettelijke ziektes groter. Op meerdere plaatsen brak de pest uit.
De weg naar vrede
In 1609 werd een wapenstilstand uitgeroepen: het Twaalfjarig Bestand. Met de buitenlandse dreiging op pauze, barstten de interne problemen los zowel bestuurlijk (tussen de stadhouder en de raadspensionaris) als binnen de kerk (tussen remonstranten en contraremonstranten). Ook Gelre raakte verdeeld. Na het Twaalfjarig Bestand werd de oorlog voortgezet. Opnieuw was Gelre het strijdtoneel voor Spaanse en Staatse troepen. Veel Gelderse steden stonden afwisselend onder Spaans en Staats gezag. In 1637 wisten de Spanjaarden Venlo en Roermond te heroveren. Hiermee verloor Gelre voorgoed het Overkwartier. Met de Vrede van Münster (1648) kwam eindelijk een einde aan de Tachtigjarige Oorlog.
Rampjaar 1672
De rust duurde voor Gelre niet lang. In 1665 viel Bernhard von Galen, bisschop van Münster, het noorden en oosten van de Republiek binnen. Hij nam verschillende kleinere Gelderse plaatsen in, waaronder Borculo en Lochem. Toen het Staatse leger oprukte naar Münsterland, trok Von Galen zich terug. Enkele jaren later viel hij opnieuw aan, dit keer samen met de bisschop van Keulen en de Franse koning Lodewijk XIV. In het rampjaar 1672 trokken hun gezamenlijke legers de Republiek binnen. Via Gelderland, dat opnieuw strijdtoneel werd. Enkele jaren later fungeerde Nijmegen als neutraal terrein voor langdurige vredesonderhandelingen. Op 11 augustus 1678 werd de Vrede van Nijmegen getekend, waarmee voorlopig een einde kwam aan het oorlogsgeweld op Gelders grondgebied.
Regeringsreglement
Sinds 1675 had Gelre ook weer een stadhouder, Willem III. Hij voerde een radicaal besluit door: het Regeringsreglement. Daarin werd bepaald dat Willem III alle functionarissen in het Gelderse bestuur mocht benoemen, inclusief raadsheren bij het Hof, landdrosten, richters en schouten. Willem III koos voor deze functies met name prinsgezinde edelen. Dit ging ten koste van de stedelijke burgerij, gildemeesters, schutterijen en regenten die in de afgelopen decennia steeds meer invloed hadden gekregen. Zij moesten plaatsmaken voor de nieuwe functionarissen. Voor de adel was het Regeringsreglement een zegen. Die had in de zestiende eeuw met de integratie in het Spaans-Habsburgse rijk veel macht moeten inleveren. In de loop van de zeventiende eeuw trokken de edelen stukje bij beetje weer meer macht naar zich toe. Door het Regeringsreglement kregen ze de teugels van het lokale en gewestelijke bestuur opnieuw stevig in handen.
Gelderse Plooierijen
In 1702 viel Willem III van zijn paard en overleed. Er brak een stadhouderloos tijdperk aan. Tot onvrede van de zittende adellijke functionarissen, besloot het provinciebestuur het Regeringsreglement af te schaffen. De oude regenten en de gilden, die in 1675 hun machtspositie hadden verloren, eisten nu weer zitting in het stadsbestuur. Dat leidde op verschillende plaatsen tot (soms gewelddadige) confrontaties die bekend staan als de Gelderse Plooierijen. De Oude Plooi bestond uit gevestigde, adellijke regenten. De Nieuwe Plooi uit burgers, vroegere regenten (van voor 1675) en boeren die ontevreden waren over de corruptie, het nepotisme en machtsmisbruik van de Oude Plooi. Rond 1720 was de Nieuwe Plooi bedwongen en waren de ‘oude’ bestuurlijke verhoudingen hersteld. De adellijke aristocratie bleef aan de macht. Dat zou zo blijven tot het einde van de achttiende eeuw.
Aan het volk van Nederland
In een pamflet uit 1781, getiteld ‘Aan het volk van Nederland’, gaf de patriot Joan Derk van der Capellen tot den Pol stadhouder Willem V de schuld van de slechte situatie waarin de Republiek zich bevond. Van der Capellen riep op tot het oprichten van burgercomités (gewapend indien nodig), vrije drukpers, het herstel van de oude rechten van de burgerij en een volksvertegenwoordiging. Hij wees de macht van de zittende aristocratie en de stadhouder af. De stadhouder was hier niet van gediend. Hij verbood het drukken, verspreiden en bezitten van het pamflet. Toch vond het snel zijn weg naar verenigingen en sociëteiten, waar kritische burgers met elkaar discussieerden over de maatschappij en de wetenschap. Geïnspireerd door nieuwe verlichtingsidealen als gelijkheid en democratie, klonk de roep om politieke hervorming steeds luider. Ook in het conservatieve, prinsgezinde, aristocratische Gelderland.
Prinsgezinden vs. Patriotten
Tegen het einde van de achttiende eeuw liep de emmer over. Een periode van politieke onrust brak aan. Aan de ene kant stonden de patriotten: zij eisten meer inspraak in het bestuur en stonden kritisch tegenover stadhouder Willem V. Aan de andere kant stonden de prinsgezinden: zij steunden juist de stadhouder. Dit leidde tot gewelddadige conflicten. In Gelderland vonden in verschillende steden staatsgrepen plaats. Met wisselend succes zetten de Gelderse patriotten de prinsgezinde aristocratie af. In 1787 lukte het de stadhouder met hulp van het Pruisische leger de patriotten te verjagen. Veel opstandelingen vluchtten naar Frankrijk, onder wie Herman Willem Daendels uit Hattem. In 1794 vielen Daendels en zijn medestanders de Republiek binnen met het Frans-Bataafse legioen, waarna de stadhouder naar Engeland vluchtte. De Bataafse Republiek was een feit.
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Politiek & Samenleving in de tijd van het Nederlands Gewest.
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Politiek & Samenleving in de tijd van het Nederlands Gewest.
de collectiestukken
Vogelvluchtplattegrond van Harderwiick
Stadsmuseum Harderwijk
ZVTPHANIA.
Stedelijk Museum Zutphen
Rechtersstoel van het Gelders Leengericht
Museum Arnhem
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Politiek & Samenleving in de tijd van het Nederlands Gewest.
de verhalen
Joan Derk van der Capellen tot den Pol
Aan het eind van de achttiende eeuw bevindt de Republiek zich op de rand van een burgeroorlog. Een belangrijke speler hierin: Joan Derk van der Capellen.
Reductie van Nijmegen
Vanaf 1568 kwamen Noord-Nederlandse steden en provincies in opstand tegen de katholieke Spaanse koning Filips II, die toen heerste over Nederland..
Wrede moord op Zutphen van 1572
Het begon in Den Briel. Door een verkeerde wind dreef een Nederlandse vloot, gewapend met kaperbrieven van Willem van Oranje, de Schelde..