Nederlands Gewest
Kennis & Vernieuwing
De eerste Gelderse universiteit

Bron: Rijksmuseum Amsterdam
In de zestiende en zeventiende eeuw raakte het lager en hoger onderwijs beïnvloed door de nieuwe Nederduitse Gereformeerde kerk, aangestuurd door strikte predikanten. Op het platteland bloeiden nieuwe (en oude) industrieën op, waaronder de textielindustrie en ijzerindustrie. In de achttiende eeuw zette een nieuwe internationale en intellectuele stroming zowel in de wetenschap als in het politieke bedrijf veel mensen aan het denken, ook in Gelderland.
Reformatie in het onderwijs
Na de Reformatie en de instelling van de Nederduitse Gereformeerde Kerk als publieke kerk in het laatste kwart van de zestiende eeuw, richtten de gereformeerden hun aandacht op het onderwijs. Voor protestanten was het namelijk erg belangrijk dat gelovigen zelf de Bijbel konden lezen. Iemand die zich nadrukkelijk inzette voor het gereformeerde onderwijs was de Arnhemse predikant Johannes Fontanus. Fontanus hervormde het vakkenpakket van de Arnhemse Latijnse school en riep alle andere Latijnse scholen in Gelderland op hetzelfde te doen. De rectoren gaven gehoor aan dit verzoek. Het calvinistische geloof kreeg zo een belangrijke plek in het curriculum van de Latijnse scholen. Bij de hervorming van het lager onderwijs kampten de gereformeerden in het begin met een tekort aan goede protestantse leerkrachten. Er werd geregeld geklaagd over slechte – uit noodzaak omgeschoolde katholieke – schoolmeesters. Tegen het midden van de zeventiende eeuw was de situatie anders: het aantal protestantse scholen en goede leerkrachten was toegenomen. Ook in de kleinere dorpen op het platteland konden kinderen naar een protestantse school. Daar kregen ze les van een schoolmeester die in sommige gevallen tevens koster was van de plaatselijke kerk.
In de schoolbanken

Bron: Frédérik Ruys (Vizualism), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 3, pagina 178), CC-BY-NC
Hoewel er geen sprake was van leerplicht, werd naar school gaan wel aangemoedigd. Het onderwijssysteem in Gelderland medio zeventiende eeuw was opgebouwd in verschillende niveaus:
- Nederduitse school. Hier leerden kinderen de basisvaardigheden: lezen, schrijven en de beginselen van de godsdienst.
- Latijnse school. Hier bereidden leerlingen tot ca. 15 jaar zich voor op een academische studie. De Latijnse school kreeg vanaf de zestiende eeuw concurrentie van de Franse school.
- Franse school. De leerlingen kregen Frans en praktische vakken zoals aardrijkskunde, met het oog op beroepen in bestuur en handel.
- Universiteit. Studenten konden voor een vervolgopleiding naar Keulen, Leuven of Leiden. Pas in de zeventiende eeuw kwam er een Gelderse universiteit.
Nieuwe universiteit
Fontanus vond het belangrijk dat Gelderland een eigen universiteit kreeg waar predikanten konden worden opgeleid. Door de onrust tijdens de Nederlandse Opstand was er lange tijd geen gelegenheid voor het oprichten van zo’n universiteit. Tegen het einde van de zestiende eeuw zorgde een hernieuwd pleidooi van Fontanus ervoor dat er beweging in de zaak kwam. Daarbij wees hij Harderwijk aan als meest geschikte locatie. In 1600 werd de Latijnse school in Harderwijk bevorderd tot Illustere school (een tweejarige academische basisopleiding) met een faculteit rechten, theologie/filosofie en geneeskunde. Een echte universiteit was het nog niet. Deze status kon de Illustere school alleen krijgen met steun en goedkeuring van de Staten van Gelre. Pas in 1648 bevorderden de Staten de Illustere school tot universiteit. Harderwijk werd een bruisende (en rumoerige) jonge studentenstad.
Kwartierlijke Academie
Nijmegen weigerde stellig om mee te betalen aan de universiteit in Harderwijk. Nijmegen vond zichzelf, als belangrijkste Gelderse stad, een geschiktere plek om zo’n universiteit te huisvesten. De stad besloot in 1655 daarom een eigen Illustere school te stichten: de Kwartierlijke Academie. Een jaar later verklaarde Nijmegen op eigen gezag dat deze Academie een universiteit was. Deze actie viel slecht bij de Staten van Gelre. Veel mensen trokken de ‘legaliteit’ van de universiteit in twijfel. Door de Franse inval van 1672 en het wegtrekken van studenten (onder andere door de pest) ging de Kwartierlijke Academie in 1680 alweer ten onder.
Vernieuwing op het platteland

Bron: Gelders Archief
Niet alleen het onderwijs onderging grote vernieuwingen. Ook het Gelderse platteland zag er tegen het einde van de zeventiende eeuw heel anders uit dan voorheen. Op de Veluwe verscheen rond 1600 de eerste papiermolen. Die maakte kwalitatief zeer goed papier dankzij het schone water op de Veluwe. Het aantal papiermolens nam snel toe. In 1700 draaiden er al zo’n 125 op volle toeren. In het kwartier Zutphen beleefden de vlasbouw en linnenweverij een bloeiperiode in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Ook in de achttiende eeuw bleef dit een belangrijke Gelderse plattelandsindustrie. In de Achterhoek werd in 1689 de basis gelegd voor opleving van de ijzerindustrie toen Josias Olmius toestemming kreeg moerasijzererts te delven en een watermolen te bouwen in Gaanderen. In de achttiende eeuw zagen meerdere ijzergieterijen het licht, waaronder in Ulft.
Van leerling tot meester
In de stad hield men zich bezig met andere werkzaamheden. Hier woonden zilversmeden, horlogemakers, schoenmakers, timmermannen en nog veel meer. Zij sloten zich vaak aan bij een gilde. In de achttiende eeuw waren gilden nog altijd een belangrijk onderdeel van het stedelijke economische, culturele en politieke leven. Gilden controleerden de kwaliteit en prijs van producten, zorgden voor het opleiden van leerlingen en waakten gezamenlijk tegen illegale concurrentie. Ambachtslieden in een gilde gebruikten vaak decennialang dezelfde beproefde technieken, die de gildemeester aan zijn leerlingen overdroeg. Hoewel gilden enerzijds bescherming en zekerheid boden aan de ambachtslieden, stond dit systeem soms vernieuwingen in de weg. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen nieuwe initiatieven in steden voorkwamen. Aan het begin van de achttiende eeuw kwamen er o.a. een lijmfabriek, wolfabriek en zeepfabriek in Zutphen, een tabaksspinnerij in Arnhem, en een rivier- en zeevisafslag in Harderwijk.
Drukkers in de stad
Een belangrijke stedelijke activiteit was het drukken en verspreiden van boeken en pamfletten. In de loop van de zeventiende eeuw kregen steeds meer Gelderse drukkerijen het predicaat stadsdrukkerij. Een stadsdrukkerij had het alleenrecht om pamfletten en ander drukwerk van de overheid te drukken en te verspreiden. Hierdoor waren de burgers snel op de hoogte van nieuwe overheidsbesluiten, nieuws en regelgeving. Ook verspreidden de drukkerijen schoolboeken, theologische traktaten, wetenschappelijke onderzoeken, politieke pamfletten en filosofische verhandelingen. Geldersen kwamen zo in een hoog tempo in aanraking met nieuwe kennis.
Nieuwe inzichten
In de achttiende eeuw zette een nieuwe internationale stroming veel mensen aan het denken: de Verlichting. Deze benadrukte rede, kritisch denken, wetenschappelijk onderzoek, gelijkheid en democratie. Op alle terreinen van de wetenschap bogen verlichtte denkers zich over oude en nieuwe vraagstukken, ook in Gelderland. Gelderse bospioniers experimenteerden met moderne bosbouwtechnieken, geïnspireerd door Franse en Duitse methodes. De Nijmeegse wetenschapper Cornelis Krayenhoff deed onderzoek naar elektriciteit en was de eerste die een bliksemafleider mocht plaatsen op een openbaar gebouw in de Republiek: de Martinikerk in Doesburg. Het kritische onderzoek van Johannes Diederik van Leeuwen naar gezondheidsrisico’s als mensen binnen de stadsmuren werden begraven, resulteerde in 1786 in de eerste begraafplaats net buiten de stad Tiel, met de mooie naam: Ter Navolging. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Wetenschappelijke onderzoeken werden volop gelezen en bediscussieerd in koffiezalen, sociëteiten en verenigingen in o.a. Nijmegen (sinds ca. 1752), Arnhem en Zutphen (sinds 1763) en Tiel (sinds 1764). Hier kregen ook verlichtingsidealen als gelijkheid en democratie voet aan de grond. De adel, die al zo lang stevig in het bestuurlijke zadel zat, kreeg steeds meer te maken met weerstand van een kritische burgerij die inspraak eiste in het bestuur.

Bron: Rijksmuseum Amsterdam

Bron: Hans Wijninga
Bezoek de musea
Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Kennis & Vernieuwing in de tijd van het Nederlands Gewest.
de kaart
Bekijk Gelderse collecties
Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Kennis & Vernieuwing in de tijd van het Nederlands Gewest.
de collectiestukken

Staand horloge
Geldersch Landschap & Kasteelen

Lakzegel van de Gelderse Academie
Stadsmuseum Harderwijk

Vuurstolp, Noord-Nederland, 1758
Nederlands Openluchtmuseum
Lees meer verhalen
Deze verhalen vertellen je meer over het thema Kennis & Vernieuwing in de tijd van het Nederlands Gewest.
de verhalen

De trekschuit die er nooit kwam
Rechtstreeks van Amsterdam naar ‘s-Hertogenbosch. Dat is het doel van een nieuwe scheepvaartroute dwars door het Rivierengebied. Door de rivieren..

Doolhof bij het Oude Loo te Apeldoorn
Een aantal maanden per jaar is het park rond Het Oude Loo geopend voor publiek. Naast het oude kasteel en de vijver is daar ook een doolhof..

De Gelderse Munt
Tot ongeveer 1500 was Harderwijk een redelijk welvarende stad. Er werd onder andere veel handel gedreven met steden die aangesloten waren bij..