Loading…

5.7 Nederlands Gewest – Economie & uitwisseling

Economische golfbewegingen: bloei en crisis

Verhaal van Gelderland - 5
Prijzen stijgen in de zestiende eeuw – Vanaf de overname van Gelre door Karel V bleef de roggeprijs in Arnhem gestaag stijgen, van 1 gulden tot 6 gulden per malder (136,54 liter) in 1600. In de eeuw daarna schommelde de prijs tussen 5 en 9 gulden per malder.
Bron: Frédérik Ruys (Vizualism), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 3, pagina 32), CC-BY-NC

Het stond er niet best voor met de economie van het gewest Gelre in de zestiende en zeventiende eeuw. Door concurrentie van Hollandse kooplieden, het verzanden van twee rivieren en het oorlogsgeweld, stagneerde de Gelderse rivierhandel. Met name de stedelijke economie raakte hierdoor in de problemen. Boeren op het platteland reageerden flexibel en zochten naar nieuwe inkomstenbronnen. In de eerste helft van de achttiende eeuw was er sprake van een economische neergang. Rond 1750 krabbelde de Gelderse economie weer voorzichtig op.

Kooplieden in de problemen

Het rivierrijke Gelderland diende lang als verbindende schakel tussen het oosten (het Duitse achterland) en het westen en noorden (Holland, Brabant, Vlaanderen en het Baltische gebied). Veel Gelderse steden langs de rivieren profiteerden tussen de elfde en vijftiende eeuw van de doorvoerhandel. In de loop van de zestiende en zeventiende eeuw kwam hier verandering in. Het volume van de handel steeg, maar het aandeel van de Gelderse kooplieden daalde. Dit was deels te wijten aan de Hollandse concurrentie. Holland beschikte over een lucratieve commerciële exportnijverheid en een sterke internationale handelspositie. De Zuiderzeesteden Harderwijk en Elburg, de IJsselsteden en de Gelderse steden langs de rivieren trokken zich steeds meer terug uit de internationale (doorvoer)handel. De stagnering van de Gelderse rivierhandel lag niet alleen aan de Hollandse concurrentie. Strenge winters en het verzanden van de Rijn en de IJssel bemoeilijkten het transport over de rivieren.

Verhaal van Gelderland - 5
Een klein aandeel – Dat Holland binnen de Republiek veruit het rijkste gewest was, laat deze verdeling van de bijdragen aan de Generaliteit zien. Landgewesten als Gelre droegen maar zeer beperkt bij in de kosten.
Bron: Frédérik Ruys (Vizualism), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 3, pagina 134), CC-BY-NC
Verhaal van Gelderland - 5
Hoeveel kost een ritje naar… – Afstand die kon worden afgelegd tegen betaling van een stuiver. Door oorlogsgeweld, het verzanden van rivieren en hogere onkosten, werd het transport – zowel over land als de rivier – in de loop van de zestiende en zeventiende eeuw steeds duurder.
Bron: Frédérik Ruys (Vizualism), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 3, pagina 100), CC-BY-NC

Gelderse economie in oorlogstijd

Ook het feit dat Gelre in de zestiende en zeventiende eeuw nagenoeg voortdurend oorlogsgebied was, deed de Gelderse economie geen goed. Gedurende de Tachtigjarige Oorlog maakten Spaanse en Staatse legers het platteland onveilig. Op de rivieren moesten schippers extra schepen inhuren om hun handelswaar te beschermen, wat het transport veel duurder maakte. In de stad was de situatie niet veel beter: Gelderse steden moesten vaak forse brandschattingen betalen aan zowel Spaanse als Staatse legers om plunderingen te voorkomen. Toch was er ook winst te behalen. De ingekwartierde soldaten in Gelderse steden leverden veel geld op voor de stedelingen. Na de Vrede van Münster (1648) trokken deze legers weg. Garnizoenssteden als Nijmegen, Zutphen, Arnhem, Harderwijk en Doesburg zagen met het vertrek van de koopkrachtige soldaten en hun families een belangrijke inkomstenbron verdwijnen.

Welvaartsverschillen tussen oost en west

Vanwege oorlogsgeweld, de verzanding van rivieren en de Hollandse concurrentie stond de Gelderse economie er in de eerste helft van de zeventiende eeuw slecht voor. Het platteland kon de economische neergang nog redelijk goed opvangen, maar in de Gelderse steden ging het er slechter aan toe. Van een ‘Gouden Eeuw’ zoals in Holland, was in Gelre bepaald geen sprake. Het welvaartsverschil tussen de twee gewesten nam toe. Gelre kon dan ook maar een beperkte bijdrage betalen voor de landsverdediging van de piepjonge Republiek. Holland betaalde 58% van het totaal, Gelderland 5,6%.

Verhaal van Gelderland - 5
Jaarafrekening – De plantage Wayampibo was in het bezit van de familie Brantsen. Deze jaarafrekening van 1747 laat het aantal slaafgemaakten zien, onderverdeeld in mannen, vrouwen, jongens en meisjes. Schrijnend is de eerste ingang onder ‘Credit’ (rechts). Op 2 maart had de ‘Neeger Bootsman’ zichzelf om het leven gebracht.
Bron: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Collectie Plantages Vossenburg, Wayampibo en Vredesteyn, Suriname en Brits Guyana-16

Nieuwe belastingen

In 1642 besloten de kwartieren van Zutphen, Nijmegen en Arnhem tot een wijziging in het belastingstelsel. Zij voerden een nieuwe vorm van directe belasting in: de verponding. Deze belasting had betrekking op alle onroerende goederen, op de woeste gronden na. Om deze belasting te kunnen innen, moest eerst vastgelegd worden wat er precies allemaal in Gelre aan onroerende goederen aanwezig was. In speciale verpondingskohieren werden alle dorpen en buurschappen beschreven, inclusief de huizen, stallen, weidegronden en markegronden, oftewel: alles waar belasting over berekend kon worden. Toen dit eenmaal was genoteerd, kon in 1651 de eerste verponding plaatsvinden. Voor onderzoekers bieden de verpondingskohieren een schat aan informatie over de Gelderse samenleving rond 1650.

Overzeese belangen: slaafgemaakten

Vanaf de zeventiende eeuw had een deel van de Gelderse adel aandelen in overzeese handel. Gelderse edelen en rijke burgers kochten aandelen in de VOC, WIC en buitenlandse handelsmaatschappijen. Deze maatschappijen verhandelden koloniale producten: katoen, suiker, thee, koffie en kruiden. Deze vonden gretig aftrek in Europa, ook in Gelre. Verschillende Gelderse families hadden ook aandelen in suiker- en koffieplantages, met name in Suriname. Vrouwen, mannen en kinderen werden als slaafgemaakten vanuit Afrika naar de plantages gebracht en moesten hier onder verschrikkelijke omstandigheden werken. Meer informatie over de aandelen van Gelderse families in de plantages, vind je in de digitale publicatie: ‘Sporen van het slavernijverleden in Gelderland’.

Verhaal van Gelderland - B3
Infrastructuur en nijverheid in de 18e eeuw – De Gelderse nijverheid bezat een specifiek streekgebonden karakter. De infrastructuur was een samenstelsel van oude en nieuwe verkeersverbindingen.
Bron: Marjolein Haars (BCL Archaeological Support), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 3, pagina 230), CC-BY-NC
Verhaal van Gelderland - 5
Verse vis – Steur, karper, zalm en baars werden volop gevangen in de visrijke Gelderse wateren en verkocht op de stedelijke vismarkten.
Bron: Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-1984-351

Een agrarische economie

In de zeventiende en achttiende eeuw was Gelre nog altijd een agrarische economie. Langs de grote rivieren en in de IJsselvallei fokte men veel rundvee voor de export (vlees en leer) en teelde men graan voor de bovenlokale markt. Op de Veluwe en in het kwartier Zutphen was sprake van gemengde landbouw met akkerbouw en veeteelt gericht op de eigen behoefte en voor de lokale markt. Dit pakte positief uit toen tussen 1650-1750 een Europese landbouwcrisis optrad. Dat schaadde Gelre aanvankelijk relatief weinig, omdat de landbouw minder marktgericht was (op het Rivierengebied na). Toch voelden de boeren in de eerste helft van de achttiende eeuw ook de gevolgen van de crisis. Een deel van hen schakelde over naar nieuwe inkomstenbronnen. Zij kozen voor producten die ze voor een hogere prijs konden verkopen waaronder spek of jenever. Of ze stapten over naar nieuwe gewassen zoals tabak. In de achttiende eeuw kwam het grootste deel van de tabak in de Republiek uit Gelderland. De tabak werd verwerkt in Amsterdam en naar Duitsland en Scandinavië verscheept.

Uitwisseling tussen stad en platteland

Verhaal van Gelderland - 5
Jaarmarkten – Op de Arnhemse Jaarmarkt werd niet alleen gehandeld, maar ook wekenlang feestgevierd, zoals deze gravure van rond 1700 laat zien.
Bron: Rijksmuseum Amsterdam, RP-P-AO-4-16

In de Gelderse steden sloten schoenmakers, timmerlieden, kleermakers en andere ambachtslieden zich vaak aan bij een gilde. Gilden controleerden de kwaliteit en prijs van producten om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Ze vormden de ruggengraat van de stedelijke economie en de stedelijke cultuur. Gilden werkten vaak nauw samen met de stadsbesturen. Het stadsbestuur organiseerde de week- en jaarmarkten. Hier wisselden stad en platteland goederen uit. Boeren verkochten graan, vlees, zuivel en groente aan de stedelingen. De stedelijke ambachtslieden verkochten kleding, gereedschap, meubels en boeken aan de plattelandsbewoners. Stadsbesturen droegen zorg voor het onderhoud van het marktplein of de markthallen en ze controleerden de hygiëne tijdens markten. Ter ondersteuning en bevordering van de lokale economie financierden stadsbesturen in de zeventiende en achttiende eeuw nieuwe wegen en verbindingen in en rond de steden, zoals havens, veren en schipbruggen.

Bezoek de musea

Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Economie & uitwisseling in de tijd van het Nederlands Gewest.

de musea
Huis Verwolde

Huis Verwolde

Het huis kent een rijke collectie Europees en Aziatisch porselein uit met name de 18de eeuw.

Kasteel Doorwerth

Kasteel Doorwerth

Kasteel in hart van de heerlijkheid Doorwerth met pachtboerderijen, papiermolen etc.

Museum Nijkerk

Museum Nijkerk

Museum vertelt over nijverheid rond tabak en glas, de rol van de Joodse gemeenschap en emigratie naar Nieuw-Nederland.

Museum Sjoel Elburg

Museum Sjoel Elburg

Museum Sjoel Elburg vertelt het verhaal van 12 Joodse families in Elburg vanaf 1700 tot en met de Tweede Wereldoorlog.

Nederlands Openluchtmuseum

Nederlands Openluchtmuseum

Het museum vertelt het verhaal en demonstreert de 17de eeuwse rosoliemolen van Zieuwent.

Nederlands Tegelmuseum

Nederlands Tegelmuseum

Museum toont haar collectie kunstnijverheid met invloeden uit Midden-Oosten en China.

Stadsmuseum Harderwijk

Stadsmuseum Harderwijk

Museum vertelt het verhaal van de Gelderse Munt van 1584 tot 1806 (Vanaf de Tachtigjarige oorlog tot in de Franse Tijd).

Streekmuseum de Roode Tooren

Streekmuseum de Roode Tooren

Museum toont de beerputvondsten uit Doesburg met importaardewerk en muntschatten met munten van diverse herkomst en status.

de kaart

Bekijk Gelderse collecties

Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Economie & uitwisseling in de tijd van het Nederlands Gewest.

de collectiestukken

Dubbele dukaat van Nijmegen

Valkhof Museum

Portefeuille van Gerard Brantsen

Geldersch Landschap & Kasteelen

Suikerpot ‘Voor Vryheid en Vaderland’, 1784–1795

Nederlands Openluchtmuseum

Lees meer verhalen

Deze verhalen vertellen je meer over het thema Economie & uitwisseling in de tijd van het Nederlands Gewest.

de verhalen

Rijn- en Hanzehandel

Op een detail van een tekening uit de tweede helft van de zestiende eeuw liggen handelsschepen naast de Rijnpoort (links). Molenstenen, om graan te..

Ruziemaken om de hessenwegen

Hessenwegen hebben eeuwenlang gediend als belangrijke handels- en reisroutes, waarlangs kooplieden, reizigers en karavanen..

Beroemde Professoren en Studenten

Harderwijk als universiteitsstad (1648-1812) is een apart hoofdstuk in de geschiedenis van onze stad..