Loading…

5.5 Nederland Gewest – Sociale (on)gelijkheid

Gelderland als adelsgewest

Verhaal van Gelderland - 5
Katholieken als tweederangs burger – Reinier van Raesfelt, heer van Hertvelt en Roemburg, Nijenburg en Middachten, werd in 1617 om zijn katholieke geloof buitenspel gezet voor bestuurlijke functies.
Bron: Collectie Kasteel Middachten. RKD Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.

Gelre wordt soms gekarakteriseerd als een adelsgewest. De adellijke elite bekleedde gedurende het grootste gedeelte van de zeventiende en achttiende eeuw de voornaamste bestuurlijke functies. De rijkdom van de Gelderse elite was vooral goed te zien aan de luxueuze landhuizen en landgoederen, die verfraaid werden mede uit de opbrengsten van overzeese plantages. Met de groei van de adellijke macht, groeide de onvrede onder de burgers.

Oude Gelderse elite in een nieuw bestuur

De Gelderse adel domineerde in het begin van de zestiende eeuw de belangrijkste functies in bestuur en rechtsspraak. Daarnaast genoten edellieden bepaalde privileges: ze hoefden sommige belastingen niet te betalen en waren vrijgesteld van inkwartiering van soldaten op hun landgoederen. Ook in steden lag de macht vaak in de handen van enkele rijke en adellijke families. Door onderlinge huwelijken wisten deze families hun macht en rijkdom te versterken. In 1543 had het nieuwe Habsburgse gezag beloofd de rechten en privileges van deze Gelderse elite te handhaven. Maar in de praktijk kreeg ook Gelre te maken met centralisatie en institutionalisering van het Habsburgse gezag. Dat voedde de weerstand tegen de nieuwe overheid en maakte de geesten rijp voor deelname van Gelre aan een Opstand die tachtig jaar zou duren. Pas na de Opstand zou de adel weer stevig zitting krijgen in het Gelderse bestuur.

Katholieken als tweederangsburgers

In het begin van de zestiende eeuw werden protestantse groepen (wederdopers, calvinisten en lutheranen) door het katholieke, Habsburgse gezag vervolgd tijdens de Spaanse inquisitie. Na het uitbreken van de Opstand, draaiden de rollen om. Als gevolg van de Reformatie en de instelling van de Nederduitse Gereformeerde Kerk als publieke kerk, werd de katholieke gemeenschap verdrongen naar de marge van de samenleving. Vanaf het einde van de zestiende eeuw tot en met de achttiende eeuw werden katholieken behandeld als tweederangsburgers. Ze werden getolereerd maar mochten hun rituelen niet in het openbaar uitoefenen. Ze mochten geen overheidsfuncties vervullen of zich bij een gilde aansluiten. Dit gold ook voor de kleine groep katholieke edellieden.

Verhaal van Gelderland - 5
Van edelman naar boer – Deze rijen met drie Gelderse mannen en vrouwen zijn afkomstig uit de kaart ‘Gelriae ducatus descriptio nova’ van Johannes Jansonius en Jodocus Hondius (ii), gemaakt tussen 1620 en 1626. Van boven naar beneden de edelen, de ‘gewone burgers’ en de boeren. Opvallend is dat de laatste groep wordt getypeerd met pluim – vee.
Bron: Rijksmuseum Amsterdam.

Comeback van de adel

De positie van de Gelderse adel was in de loop van de zestiende eeuw en ten tijde van de Opstand verslechterd. In plaats daarvan kregen leden van niet-adellijke families een rol in (stedelijk) bestuur, rechtspraak en belastinginning. Dat gold bijvoorbeeld voor het schoutambt, dat vaak werd doorgegeven binnen families. Dit leidde op de Veluwe tot machtige schoutendynastieën die zich als een soort pseudo-adel gedroegen. Halverwege de zeventiende eeuw begonnen adellijke families zich weer meer te bemoeien met het bestuur, zowel op lokaal als gewestelijk niveau. Het was de riddermatige adel die de bestuurlijke touwtjes in handen kreeg. Alleen als een edelman aan strikte eisen voldeed, werd hij als riddermatig in het Ridderboek ‘verschreven’, dat wil zeggen: uitgenodigd voor de Gelderse Landdag (de bijeenkomst van de Staten van Gelre). Hier werden de ridderschap en de steden vertegenwoordigd. Er waren ook edelen die namens de steden in de Staten zaten. Dit maakte hun positie nog steviger.

Boze burgers

Een belangrijk document dat de opleving van de adellijke macht in de hand werkte, is het Regeringsreglement van 1675. Hiermee kreeg de stadhouder Willem III het recht om functionarissen in het gewest te benoemen. Voor deze functies verkoos hij in het bijzonder zijn adellijke protestantse vrienden. Dit regelement de aanleiding voor de Gelderse Plooierijen (1702- ca. 1717). Ontevreden burgers (de Nieuwe Plooi) eisten meer politieke inspraak van de zittende, adellijke, door Willem aangewezen functionarissen (de Oude Plooi). Er vonden herhaaldelijk ongeregeldheden plaats in Gelderse steden, maar adel bleef stevig zitten in het zadel van het Gelderse bestuur.

Luxe levensstijl

Een positie als edelman binnen de adellijke hiërarchie werd bepaald door afkomst, rijkdom, bestuurlijke functies en gedrag. Als edelman was het belangrijk om je rijkdom zoveel mogelijk uit te dragen. Vanaf het laatste kwart van de zeventiende eeuw en in de achttiende eeuw richtte de adellijke elite zich op het vergroten van haar prestige door het bouwen, verbouwen, verfraaien en vernieuwen van landgoederen en buitenverblijven. Ook probeerden edelen op verschillende manieren duidelijk te maken uit welk hout ze gesneden waren en van welke boom de adellijke appel was gevallen. Gelderse kastelen hingen vol met familiewapens en portretten van voorvaderen. Een deel van deze luxe levensstijl werd gefinancierd door overzeese beleggingen.

Sporen van het Gelders slavernijverleden

Veel rijke Gelderse families hadden belangen in Surinaamse suiker- en koffieplantages. Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen werden als handelswaar gekocht en naar Midden- en Zuid-Amerika gebracht. De WIC was een van de grootste handelaren van slaafgemaakten. Van de zeventiende eeuw tot in de negentiende eeuw hadden veel Gelderlanders aandelen in de slavenhandel. Op de plantages leefden uitgebuite slaafgemaakten in verschrikkelijke omstandigheden. Plantagehouders sloegen slavenopstanden bruut neer. Er werden ook slaafgemaakten vanuit de Surinaamse plantages naar Gelderland meegenomen, om te werken in de huishouding van adellijke elites en om de status van hun eigenaren te vergroten. In 2022 verscheen een online publicatie over de sporen van het slavernijverleden in Gelderland. Deze vind je hier.

Wol- en breihuizen

In de achttiende eeuw groeide de kloof tussen arm en rijk. Het aantal bedelaars en zwervers nam toe. De daarmee gepaard gaande toename van plunderingen en berovingen leidde tot grote zorgen. Aanvankelijk lag de taak van armoedebestrijding bij de Nederduitse Gereformeerde kerk. De kerk stelde echter voorwaarden aan hulpverlening. Katholieke kerken opereerden in het verborgene en konden weinig betekenen voor de katholieke bedelaars. De Gelderse stadsbesturen besloten in te springen. Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw nam het aantal werkverschaffingsinrichtingen toe. In armenhuizen, wol- en breihuizen, spinfabrieken en stadsfabrieken kon de armste bevolkingslaag werken. Op het platteland verjoegen boeren bedelaars met harde hand.

Verhaal van Gelderland - 5
Boerin op klompen – Een boerin op klompen, met twee manden aan een juk. Vrouwen waren in het boerenbedrijf onder andere verantwoordelijk voor de verzorging van het vee.
Bron: Rijksmuseum Amsterdam.
Verhaal van Gelderland - 5
Petronella – Na de dood van haar man Lubbert Torck van Rosendael bestierde Petronella van Hoorn (1698-1764) hun beider landgoed en zakelijk imperium.
Bron: Geldersch Landschap & Kasteelen.

Op het land en in de stad

De meeste Gelderlanders werkten en woonden op het platteland. Een groot deel van de boeren pachtte grond van een landheer en moest een deel van zijn oogst afstaan. Het was fysiek zwaar werk. Een boer was afhankelijk van het weer en van de fluctuerende voedselprijzen. Zeker kleine boeren en keuterboeren konden soms maar moeilijk rondkomen. Zij hadden nagenoeg geen invloed in het bestuur. De (adellijke) landeigenaren maakten de dienst uit. In steden bestond een groot deel van de bevolking uit ambachtslieden, onder wie horlogemakers, schoenmakers en kleermakers. Zij verenigden zich vaak in een gilde. Een gilde kon soms veel invloed uitoefenen in de stad, zeker als de gildemeester in het stadsbestuur zat. Deze inspraak kwam echter ook in gevaar door de steeds maar sterker wordende macht van de adel.

Verhaal van Gelderland - B3
Adellijke landgoederen – De landgoederen en buitenplaatsen in zeventiende-eeuws Gelderland.
Bron: Marjolein Haars (BCL Archeological Support), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 1, pagina 226), CC-BY-NC

Spanningen tussen burgers en adel

In het vastgeroeste politieke systeem hadden hooggeplaatste edelen nog altijd het laatste woord. Geïnspireerd door verlichte idealen – gelijkheid, vrijheid en broederschap – kwam de relatie tussen de adel en de opkomende burgerlijke stand steeds meer op gespannen voet te staan. In 1780 brak een revolutie uit. De anti-prinsgezinde patriotten probeerden de macht te grijpen. Een deel van de Gelderse adel steunde de Oranjes – de adel zag bij de stadhouder zijn voorrechten gewaarborgd. Er waren uitzonderingen. De edelman Joan Derk van der Capellen tot den Pol, was een belangrijk voorvechter van de patriottenbeweging. Na ingrijpen door de Pruisische koning (een zwager van de stadhouder) werden de patriotten verjaagd. Zij vestigden zich in Frankrijk om enkele jaren later – na de Franse revolutie – met de Franse revolutionaire legers terug te keren. De komst van de Bataafs-Franse legers gooide de macht van het oude, adellijke regime, overhoop.

Bezoek de musea

Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Sociale (on)gelijkheid in de tijd van het Nederland Gewest.

de musea
Elisabeth Weeshuismuseum

Elisabeth Weeshuismuseum

Museum toont de wezenzorg en stadsgeschiedenis door de eeuwen heen in het voormalige Weeshuis van Culemborg.

Historisch Museum Hedel

Historisch Museum Hedel

Museum vertelt het verhaal van de muntslag vanuit kasteel Hedel tijdens de tachtigjarige oorlog.

Huis Zypendaal

Huis Zypendaal

Huis Zypendaal kon gebouwd worden door de plantage-opbrengsten uit Suriname. Hiermee heeft het huis een relatie met de slavernij.

Kasteel Cannenburch

Kasteel Cannenburch

Het kasteel toont het portret van kasteelvrouwe Anna Margareta van Renesse met haar jonge zwarte bediende.

Kasteel Rosendael

Kasteel Rosendael

Het kasteel toont het leven en werk van het personeel in het souterrain.

Stedelijk Museum Zutphen

Stedelijk Museum Zutphen

Museum vertelt het verhaal van Zutphen als centrale plaats waar de Achterhoekse adel hun stadspaleizen hadden.

de kaart

Bekijk Gelderse collecties

Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Sociale (on)gelijkheid in de tijd van het Nederland Gewest.

de collectiestukken

Rapier, smeedijzer, 16de eeuw

Slot Loevestein

Porseleinen roombord met het familiewapen Crommelin

Geldersch Landschap & Kasteelen

Porseleinen botervloot met het familiewapen Crommelin

Geldersch Landschap & Kasteelen

Lees meer verhalen

Deze verhalen vertellen je meer over het thema Sociale (on)gelijkheid in de tijd van het Nederland Gewest.

de verhalen

Anna op Vossenburg

We volgen in dit vierdelige spoor Anna van Vossenburg, ook Anna Vossenburg genoemd. Een opvallende verschijning in achttiende-eeuws Arnhem, geboren..

Een bescheiden geluid tegen slavernij op Huis Zypendaal

Wie op zoek is naar sporen van slavernij in Gelderland, komt een keer bij Huis Zypendaal in Arnhem uit. De familie Brantsen die onder andere deze..

Gelderlanders en de vroege Kaapse bezettingsperiode

In 1651 krijgt de in het Gelderse Culemborg geboren Jan van Riebeeck opdracht van de bewindhebbers van de VOC om een verversingspost te..