Loading…

7.1 20e eeuw – Land & Water

Schaalvergroting in de landbouw

De laatste woeste grond in het Gelderse gebied verdween en maakte plaats voor grasland, akkerland, aangeplant bos en woonwijken. In de eerste helft van de twintigste eeuw woonden de meeste mensen nog op het platteland als boer, boerin of landarbeider. In een eeuw tijd veranderde dit drastisch. Door nieuwe landbouwmachines en de toepassing van kunstmest en andere chemische en technische hulpmiddelen, werkte tegen het einde van de twintigste eeuw nog maar een klein percentage van de mensen in de landbouw. De modernisering en schaalvergroting van het agrarisch bedrijf ging gepaard met schade aan het milieu.

Verhaal van Gelderland - 7
Kootwijkerzand – De grote zandvlakte bij Kootwijk leidde tot veel overlast voor de omgeving. Om de stuifzanden te temmen, werden er in opdracht van de staat bossen aangeplant. Een deel van het gebied is nu nog beschermd als zandlandschap.
Bron: Wikimedia commons. China Crisis. CC BY-SA 2.5

Ontginning van de laatste woeste gronden

Ondanks de grootschalige ontginningen van de afgelopen eeuwen bestond een vijfde deel van Gelderland in 1910 nog altijd uit woeste grond. In de twintigste eeuw werden nagenoeg alle laatste woeste gronden gecultiveerd en omgezet in grasland, akkerland, bos of woonwijken. Op de Veluwe lag het accent op bebossing. Belangrijke factoren die meespeelden bij deze grootschalige ontginning:

Verhaal van Gelderland - 7
Overstroming van 1926 – Koningin Wilhelmina bracht in 1926 een bezoek aan het door overstromingen geteisterde Land van Maas en Waal.
Bron: Regionaal Archief Nijmegen
  • Door de introductie van kunstmest was het steken van heideplaggen op vroegere gemeenschappelijke woeste gronden minder belangrijk voor het bemesten van akkers.
  • De bevolking en daarmee de vraag naar voedsel groeide. Er was meer landbouwgrond nodig.
  • De overheid stelde nieuwe subsidieregelingen beschikbaar.
  • Voor landgoedeigenaren was het gunstig om grond ter ontginning te verkopen. Het onderhoud van zo’n landgoed was peperduur.

De twee organisaties die in de negentiende eeuw al een belangrijke rol speelden bij de grootschalige ontginningen bleven ook in de twintigste eeuw de voornaamste uitvoerders: de Nederlandsche Heidemaatschappij en Staatsbosbeheer. Zij introduceerden moderne technieken (denk aan de stoomploeg en de trekker) en nieuwe kennis over het aanplanten van bossen. Het landschap van Gelderland veranderde in een rap tempo.

Recreatie en toerisme

De laatste resten natuurschoon in het Gelderse gebied trokken veel toeristen en dagjesmensen. Arbeiders en kantoorbediendes kregen in de twintigste eeuw steeds meer vakantie. Om de drukte van de stad even te ontvluchten trokken zij naar de landgoederen op de Veluwe en de Veluwezoom, naar de heuvels bij Berg en Dal of naar de bloeiende fruitboomgaarden in de Betuwe. In de twintigste eeuw schoten hotels, sanatoria, pensions en kampeerterreinen als paddenstoelen uit de grond. Gelderland ontpopte zich als een heuse vakantieprovincie. Zoals in voorgaande eeuwen ook het geval was, bleef het Gelderse landschap een inspiratiebron voor de schilderkunst. In navolging van de negentiende-eeuwse Oosterbeekse School, lieten de leden van kunstenaarsvereniging Pictura Veluvensis in Renkum zich inspireren door de Veluwe. Ook Nunspeet ontwikkelde zicht tot een bruisend kunstenaarsdorp.

Behoud van natuurschoon

Door de toename van recreatie kreeg het behouden van natuurschoon steeds meer waarde in de samenleving. Het aantal beschermde natuurgebieden en nationale parken nam gestaag toe, door de inzet van organisaties als Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten (1905), Staatsbosbeheer (1899), Geldersch Landschap (1929), de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen (1940) en de gemeentes. Ook rijke particulieren speelden soms een belangrijke rol bij het behoud van de Gelderse natuur. De havenbaron Anton Kröller en de kunstverzamelaarster Helene Kröller-Müller kochten vanaf 1909 grote delen van de Veluwe op. Hoewel het echtpaar in de jaren dertig in moeilijk vaarwater kwam door de economische depressie, kon met financiële steun van het Rijk het Nationaal Park de Hoge Veluwe behouden blijven voor het publiek.

Nieuwe verbindingen in het landschap

Verhaal van Gelderland - 7
Verharde wegen in Gelderland – Het Rijkswegenplan uit 1927 was belangrijk voor de ontsluiting van Gelderland, vooral omdat het voorzag in de aanleg van bruggen over de grote rivieren.

De twintigste eeuw kende tal van ingrijpende veranderingen in het landschap. Het aantal spoorlijnen en trambanen nam snel toe. Veel tramlijnen verdwenen echter weer bijna zo snel als ze kwamen: ze konden de concurrentie met de flexibele auto(bus) niet aan. De auto bleek de toekomst te hebben. Om al deze auto’s een plek te geven, liet de staat het (snel)wegennetwerk uitbreiden. Naast wegen werden nieuwe kanalen aangelegd, waaronder het Maas- Waalkanaal (1927) en het Twentekanaal (1938). Een deel van de infrastructurele aanwinsten was het gevolg van grootschalige werkverschaffingsprojecten tijdens de economische depressie van de jaren dertig. Een van de grootste (en zwaarste) projecten was de normalisatie van de Maas. Diverse rivierbochten werden afgesneden om de doorstroming van de Maas te bevorderen.

Een ander project met ingrijpende gevolgen voor het Gelderse landschap was de aanleg van de Afsluitdijk. De Zuiderzee werd onder leiding van Cornelis Lely ingepolderd, ondanks de protesten van vissers uit kuststadjes als Harderwijk en Elburg. De zoute Zuiderzee veranderde in een zoet IJsselmeer. Vissoorten die normaal gesproken in zout water leefden, maakten plaats voor zoetwatervissen zoals de snoekbaars. Ook de Gelderse vissers moesten zich aanpassen aan het nieuwe aanbod.

Kleine boerderijtjes en landbouwcoöperaties

In het begin van de twintigste eeuw was Gelderland nog bovenal een agrarisch gewest met veel kleine boerenbedrijfjes. De landbouwkennis steeg onder meer door de inzet van rondreizende landbouwleraren. Ook het aantal land- en tuinbouwscholen nam toe. Nieuwe landbouwcoöperaties maakten het mogelijk voor kleine boeren om een rendabel bedrijf te houden. Via zulke coöperaties konden boeren hun producten verwerken of verkopen. Bij coöperatieve boerenleenbanken konden zij geld lenen voor nieuwe investeringen. Op de zandgronden in de Achterhoek en op de Veluwe nam het aantal koeien en varkens toe. Door de komst van kunstmest, aangekocht veevoer en de bouw van coöperatieve zuivelfabrieken gingen boeren zich hier steeds meer bezighouden met veeteelt in plaats van akkerbouw. In het Rivierengebied richtten relatief grotere boerenbedrijven zich op veeteelt, paardenfokkerij en fruitteelt voor de export. Met name de fruitteelt groeide in de twintigste eeuw. Het fruit werd steeds vaker verkocht via coöperatieve veilingen.

Verhaal van Gelderland - 7
Kleine boerenbedrijfjes – Ideaaltypen van opeenvolgende landbouwsystemen: het oorspronkelijke gemengde bedrijf werd vanaf halverwege de negentiende eeuw opgevolgd door het etagebedrijf.
Bron: Frédérik Ruys (Vizualism), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 4, pagina 210), CC-BY-NC
Verhaal van Gelderland - 7
Werkzaam op het land – De beroepsbevolking in Gelderland in 1930 en 1960.
Bron: Frédérik Ruys (Vizualism), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 4, pagina 283), CC-BY-NC

Schaalvergroting op het land

In 1930 werkte nog ruim één derde deel van de Gelderlanders in de landbouw. Door de voortschrijdende modernisering van het agrarisch bedrijf in de twintigste eeuw nam dit percentage in een razend tempo af. Arbeiders werden te duur en machines (denk hierbij aan trekkers en melkmachines) waren relatief goedkoop. Schaalvergroting trad in. Het aantal kleine boerenbedrijven daalde snel, en het aantal grote, gespecialiseerde boerenbedrijven nam toe. Ook de ruilverkaveling droeg bij aan schaalvergroting. Met name in het Land van Maas en Waal, de Bommelerwaard en de westelijke Betuwe startten vanaf de jaren vijftig grote ruilverkavelingsprojecten. De grond werd herverdeeld, verbeterd en waar nodig ontwaterd ten behoeve van grootschalige agrarische activiteiten. Er ontstonden aaneengesloten boerenbedrijven waar efficiëntere landbouw mogelijk was. De ruilverkaveling veranderde de aanblik van het Gelderse landschap.

Schade aan het milieu

Technische en chemische hulpmiddelen maakten modernisering en intensivering van de landbouw mogelijk en zorgden ervoor dat de opbrengst verveelvoudigde. De keerzijde was, dat schaalvergroting ook schade berokkende aan het milieu. Het oude cultuurlandschap verdween, het grondwaterpeil daalde en chemische bestrijdingsmiddelen vergiftigden de rivieren. Het dierenleed nam toe. Nog altijd zijn megastallen, veeziektes, afname van biodiversiteit en de stikstofcrisis actuele thema’s. In de twintigste eeuw lieten steeds meer milieuorganisaties hun stem horen om het landschap, de dieren en het klimaat te beschermen. Hoewel de overheid in de loop van de twintigste eeuw quota en nieuwe regels instelde, is er nog een lange weg te gaan. Daar komt nog een ander groot probleem bij: klimaatverandering. Door de hoge temperaturen en de toename van smeltwater stijgt het waterpeil. Het water komt steeds dichterbij.

Leven met de rivier

Verhaal van Gelderland - 7
IJssellandschap door de ogen van een schilder – Oever van de IJssel bij Hattem, ca. 1900, door Jan Voerman sr. (1857-1941). De kunstenaar kreeg grote bekendheid door zijn IJssellandschappen.
Bron: Rijksmuseum Amsterdam

Overstromingen bleven gedurende de twintigste eeuw een groot probleem, zeker in het rivierengebied. Dijken werden verzwaard, verbreed en/of opgehoogd. Na de bijna-overstroming van 1995 werd er een plan opgesteld (Deltaplan Grote Rivieren) waarmee de dijkverzwaring nog hoger op de agenda belandde. Met het besef dat het water door klimaatverandering alleen maar verder zou stijgen, keek men tegen het einde van de eeuw naar alternatieven. In plaats van de strijd met het water aan te gaan, zouden de rivieren juist meer ruimte moeten krijgen. Door het verlagen van kribben, de aanleg van extra geulen, het verwijderen van obstakels en het aanwijzen van overstromingsgebieden, werd het nieuwe programma Ruimte voor de Rivier vanaf 2000 leidend voor de waterhuishouding in Nederland. Een kenmerkend voorbeeld hiervan is de Spiegelwaal bij Nijmegen, een nevengeul die de Waal extra ruimte biedt bij hoog water.

Bezoek de musea

Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Land & Water in de tijd van de 20e eeuw.

de musea
Achterhoeks Openluchtmuseum

Achterhoeks Openluchtmuseum

Streekmuseum van de Achterhoek bij Groenlo met meerdere boerderijtypen op het terrein. De introfilm en audiotour vertellen het verhaal achter de collectie.

Boerderijmuseum ‘De Bovenstreek’

Boerderijmuseum ‘De Bovenstreek’

Dit streekmuseum voor Oldebroek en omgeving toont het boerenleven van circa 1870 tot 1950.

Boerderijmuseum Het Hofshuus

Boerderijmuseum Het Hofshuus

Dit streekmuseum in Varsseveld en omgeving toont het boerenleven van circa 1870 tot 1950.

Bottermuseum

Bottermuseum

Het Bottermuseum laat het effect zien van de afsluiting van de Zuiderzee voor de visserij en Harderwijk.

Flipje en Streekmuseum Tiel

Flipje en Streekmuseum Tiel

Het museum vertelt het verhaal van de kersenteelt in de Betuwe.

Fort Pannerden

Fort Pannerden

Fort Pannerden is het fort in de Nieuwe Hollandse Waterlinie die de watertoevoer van de Waal en de Rijn bewaakte zodat inundatie mogelijk was. De bijnaam van het Fort was 'de kraan van de waterlinie'.

Het Dijkmagazijn Beuningen

Het Dijkmagazijn Beuningen

In het voormalige Dijkmagazijn wordt het verhaal van de waterbeheersing, flora en fauna rond Beuningen verteld.

Historisch Museum Hedel

Historisch Museum Hedel

Museum toont haar collectie landbouwwerktuigen uit de eerste helft van de 20ste eeuw.

Huis Verwolde

Huis Verwolde

De tuin van Verwolde kent een formele tuinaanleg uit de 18de tot 20ste eeuw met het pinetum (arboretum van naaldbomen) uit 20ste eeuw.

Kröller-Müller Museum

Kröller-Müller Museum

In de beeldentuin van het museum staan moderne sculpturen tussen de prachtige natuur.

Museonder (Het Nationale Park De Hoge Veluwe)

Museonder (Het Nationale Park De Hoge Veluwe)

Museum vertelt het verhaal over het parkbeheer, waarin het landschap uit 1900 als uitgangspunt geldt. En over de hedendaagse problematiek rond de wolf en de moeflons.

Museum De Casteelse Poort

Museum De Casteelse Poort

Museum vertelt het verhaal over de rijke diversiteit aan landschappen rond Wageningen met haar ligging tegen de stuwwal, in het dal van de Gelderse Vallei en aan de Nederrijn. Een logische plek voor een landbouwunivesiteit.

Museum de Lebbenbrugge

Museum de Lebbenbrugge

Museum vertelt het verhaal van het boerenleven in Borculo en omgeving aan de hand van de boerderij met oude potstal.

Museum Elburg

Museum Elburg

Museum vertelt in de vaste presentatie 'Stad aan het water' het verhaal van de Zuiderzee en het IJsselmeer.

Museum Slot Loevestein

Museum Slot Loevestein

Museum vertelt het verhaal over de unieke ligging van Loevestein door de eeuwen heen in de uiterwaarden van de Waal.

Museum Smedekinck

Museum Smedekinck

Streekmuseum van Zelhem en omgeving vertelt het verhaal van het gebied met een brede collectie van archeologie tot klederdacht en van ambachten tot moestuin.

Museum Stoomgemaal De Tuut

Museum Stoomgemaal De Tuut

Het stoomgemaal vertelt het verhaal van de waterbeheersing in de polders van het Land van Maas en Waal en wat dit betekende voor de mensen die er leefden.

Museum Veluwezoom

Museum Veluwezoom

Museum vertelt het verhaal van de landschapsschilders rond Oosterbeek.

Museumboerderij Mariahoeve

Museumboerderij Mariahoeve

Deze museumboerderij vertelt het verhaal van een klein gemengd boerenbedrijf uit het begin van de 20ste eeuw aan de westkant van het Veluwemassief.

Nederlands Pluimveemuseum

Nederlands Pluimveemuseum

Museum vertelt het verhaal over niet landgebonden veeteelt in de pluimveesector.

Nederlands Watermuseum

Nederlands Watermuseum

Museum vertelt over de rol van het water (van beken, sprengen tot rivieren).

Oorlogsmuseum Niemandsland

Oorlogsmuseum Niemandsland

Museum vertelt het oorlogsverhaal over de inundatie van de oostelijke Betuwe na de Slag om Arnhem in september 1944.

Stoomgemaal Arkemheen Nijkerk

Stoomgemaal Arkemheen Nijkerk

Het stoomgemaal vertelt het verhaal van de waterbeheersing in de Polder Arkemheen, uitloper van de Gelderse Vallei naar de Zuiderzee.

Veluws Museum Hagedoorns Plaatse

Veluws Museum Hagedoorns Plaatse

Museum vertelt het verhaal van de innovatie en schaalvergroting van de landbouw in de 20ste eeuw in Epe en omgeving.

Warmoes – Historische tuinderij Lent

Warmoes – Historische tuinderij Lent

De Warmoes is een historische kwekerij in Lent die vol in bedrijf het verhaal van de kwekers in het gebied vertelt.

Bekijk Gelderse collecties

Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Land & Water in de tijd van de 20e eeuw.

de collectiestukken

Grift nabij Kuiponder

Historisch Museum Ede

Foto, voorstellende de veerpont te Culemborg, begin 20ste eeuw

Elisabeth Weeshuis Museum

Loeffen, Ger

Regionaal Archief Nijmegen

Lees meer verhalen

Deze verhalen vertellen je meer over het thema Land & Water in de tijd van de 20e eeuw.

de verhalen

Van onveilig naar veilig gebied in de Culemborger- en Tielerwaarden

‘Wanneer je goede ambtenaren hebt, dan kan iedereen dijkgraaf zijn’, stelt de oud dijkgraaf van de Culemborger- en Tielerwaarden. Daar was hij vanaf 1981..

De Maas recht, maar de rug krom

De Maas is een grillige rivier die in de loop van de geschiedenis haar loop diverse malen heeft verlegd, soms op natuurlijke wijze, soms door de mens..

Waterbeheersing

Het dijkherstel in Overasselt werd door het dijkbestuur van het Rijk van Nijmegen voortvarend ter hand genomen en in 1926-1927 uitgevoerd..