Loading…

6.1 19e eeuw – Land & Water

Een wandeling door Gelders Arcadië

Verhaal van Gelderland - 6
Cornelis Jacob Sickesz – Cornelis Sickesz vergaarde bekendheid door zijn werk voor de landbouw. Hij was voorzitter van de Geldersche Maatschappij van Landbouw (later Geldersch-Overrijsselsche Maatschappij van Landbouw) en een van de oprichters van de Heidemaatschappij. Hij had een belangrijk aandeel in de invoer van de markewet (1886), die het ontginnen van markegronden mogelijk maakte. Daarnaast had hij als voorzitter van de Landbouwstaatscommissie een belangrijke rol in de promotie van landbouwonderzoek en landbouwonderwijs.
Bron: RKD

In de negentiende eeuw werden de woeste gronden in de provincie Gelderland op grote schaal verder ontgonnen en omgezet in gecultiveerde landbouwgrond. De provincie had in de eerste helft van de negentiende eeuw het grootste aandeel landbouwgrond van Nederland, boordevol veeteelt, akkerbouw, fruitteelt en tabaksteelt. Tegen het einde van deze eeuw was de kennis omtrent landbouw en bodemsoorten gegroeid. De industrialisatie trad in en boeren leerden hoe ze efficiënter en met behulp van zaai- en dorsmachines het rendement van hun perceel konden verhogen. Ondertussen trok het nog resterende Gelderse natuurschoon veel bezoekers: het was een inspiratiebron voor schilders en een heerlijk dagje uit voor toeristen.

Verdere ontginning in Gelderland

De negentiende eeuw was een periode van grootschalige ontginningen. Dit begon al kort na de inlijving van de Nederlanden in het Franse keizerrijk. Het nieuwe landsbestuur stimuleerde het ontginnen van onbegaanbare moerassen en bossen, bijvoorbeeld door ondernemers tijdelijk vrij te stellen van grondbelasting. Nadat Nederland in 1815 een koninkrijk was geworden nam de ontginning van woeste grond verder toe. Op de Veluwe ging het daarbij vooral om het temmen van de stuifzanden. Vanaf 1820 begrootte koning Willem I 5.000 gulden per jaar (omgerekend circa 50.000 euro) om stuifzanden tegen te gaan door het planten van dennenbomen en helmgras. Het volk moest het werk doen, maar het Rijk betaalde. In de Achterhoek en Liemers werden de gemeenschappelijke woeste gronden verder verdeeld. Het opdelen van deze gronden en de ontginning ervan brachten kleinere boeren in de problemen. Zij hadden de woeste gronden namelijk nodig om heideplaggen te steken of om hun schapen, varkens en koeien te laten grazen. Rijke boeren profiteerden daarentegen goed van het opdelen van deze markegronden – zij kochten grote stukken land op. Tegen het einde van de negentiende eeuw kwam het proces van ontginning in heel Gelderland in een stroomversnelling. Duizenden hectares aan woeste grond verdwenen. Twee organisaties die hier een belangrijke rol in speelden waren de Nederlandsche Heidemaatschappij (sinds 1888) en Staatsbosbeheer (sinds 1899).

Willem de Kanalenkoning

In de negentiende eeuw werden in Gelderland veel nieuwe wegen aangelegd, vooral in de voorheen minder goed toegankelijke delen van Gelderland: de Liemers, de Achterhoek en de Veluwe. Een voorbeeld is de aanleg van de Zuiderzeestraatweg tussen Hoevelaken en het Katerveer bij Zwolle. Van alle provincies had Gelderland tegen het midden van de negentiende eeuw het grootste verharde wegennetwerk. Het bleef niet bij verharde wegen. Willem I, die ook bekend staat als de ‘Kanalenkoning’, gaf in 1825 opdracht tot de aanleg van het Apeldoorns Kanaal om de papierindustrie op de Veluwe een extra impuls te geven. Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw verbeterde de infrastructuur in Gelderland nog verder: van telegraaflijnen tot nieuwe kanalen en een uitdijend sporenwegennet.

Gelderland als plattelandsgewest

In de negentiende eeuw bestond de Gelderse landbouw vooral uit gemengde boerenbedrijven, waar akkerbouw en veeteelt werden gecombineerd, soms aangevuld met tuinbouw, aardappelteelt en fruitteelt. Zeker in het meer marktgerichte rivierengebied was nagenoeg elk stukje land in gebruik. Dit gebied was een belangrijke leverancier van graan, fruit, vee en paarden aan de rest van het land. Gelderland was nog altijd een agrarisch gewest en daarmee sterk afhankelijk van natuurlijke omstandigheden. Aardappelziekte, stuifzanden, slecht weer en overstromingen brachten de oogst regelmatig in gevaar

Gedurende het grootste deel van de negentiende eeuw ontwikkelde de landbouwsector zich relatief langzaam. Maar aan het eind van de eeuw deed zich een omslag voor. Die werd veroorzaakt door een landbouwcrisis, voortschrijdende mechanisatie en de groei van landbouwkennis.

Verhaal van Gelderland - 6
Strijd tegen zand – Eeuwenlang is er op de Veluwe alles aan gedaan de zandverstuivingen in te dammen. Naast verordeningen werden er plaatselijke bestrijdingsplannen opgesteld, zoals deze bij Harskamp.
Bron: Gelders Archief
Verhaal van Gelderland - 6
Beekbergerwoud – Alexander VerHuell tekende het Beekbergerwoud in 1857. Twaalf jaar later werd het bos voor 111.005 gulden aan een rijke Velpenaar verkocht. In juni 1871 waren alle bomen gerooid.
Bron: Gelders Archief

Modernisering van de landbouw

In het laatste kwart van de negentiende eeuw (ca. 1878 – 1895) vond een Europese landbouwcrisis plaats. De graanprijzen daalden door import van goedkoop Amerikaans graan. In het Rivierengebied probeerden boeren de verliezen op te vangen door over te schakelen op suikerbieten, maar ook daarvan daalde op den duur de prijs. Het Rivierengebied richtte zich vervolgens meer op fruitteelt en de omgeving van Arnhem en Nijmegen op tuinbouwproducten. Grote boeren begonnen dure arbeidskrachten te vervangen door zaai- en dorsmachines. Op de zandgronden probeerden boeren kosten te besparen door te gaan samenwerken in coöperaties. Er kwamen coöperaties voor de inkoop van kunstmest en veevoer. En er kwamen coöperaties voor het fabrieksmatig verwerken van melk tot boter en kaas. Daardoor konden ook kleine boeren al efficiënt produceren. Het aantal kleine melkveehouders en varkenshouders nam toe. Ook de pluimveehouderij maakte een spurt in de negentiende eeuw, met Barneveld als centrum. Langs Barneveld werd een nieuwe spoorlijn aangelegd, de zogenoemde: ‘Kippenlijn’. Het toepassen van nieuwe landbouwkennis werd in de negentiende eeuw steeds belangrijker. Bij de ontwikkeling en verspreiding van die kennis speelden de Geldersche Maatschappij van Landbouw (1846) en de Rijkslandbouwschool Wageningen (1876) een belangrijke rol.

Voortdurende strijd tegen water

Verhaal van Gelderland - 6
Willem III bezoekt watersnoodramp – De ‘Watersnoodbijbel’ werd in maart 1862 aangeboden aan koning Willem III als blijk van waardering voor het medeleven dat hij bij de overstromingen van 1861 had getoond. De bijbel wordt bewaard in de kapel van Paleis Het Loo.
Bron: Koninklijke verzamelingen

In de rivierrijke provincie Gelderland was het gevaar van het water altijd aanwezig. Kruiend ijs veroorzaakte veel dijkdoorbaken. Vaak bezocht de regerende vorst het rampgebied. In 1809 vond de grootste watersnood van het rivierengebied tot dan toe plaats: na ijsophopingen braken tussen 13 en 15 januari de dijken op meerdere plekken en liep een deel van de Liemers, de Betuwe en de Tielerwaard onder. Zulke overstromingen bleven een nijpend probleem in de hele negentiende eeuw. Wel werd steeds meer samengewerkt om de rivieren in toom te houden. Het Gelders Rivierpolderreglement uit 1838 was een belangrijke stap in de centralisering van het waterbeheer. Het reglement beperkte de macht van de lokale waterschappen en gaf de provincie meer invloed.

Gelders Arcadië: wandelen in de natuur

In 1820 verscheen Geldersch Arkadia van Isaac Anne Nijhof. Met de titel van zijn boek verwees Nijhof naar de natuurlijke schoonheid van de Veluwezoom. Mede dankzij zijn beeldende enthousiasme, ging deze regio bezoekers trekken van heinde en verre. Langs de Veluwezoom lagen prachtige landgoederen die in de loop van de negentiende eeuw door hun eigenaren verder werden verfraaid met kunstmatige heuvels, dalen, vijvers en watervalletjes. Tegen het einde negentiende eeuw had de regio zich ontpopt als favoriet vakantiegebied voor toeristen en dagjesmensen. Dankzij de komst van het spoor was het gebied ook gemakkelijk bereikbaar. Ook veel schilders vestigden zich tijdelijk of permanent aan de zuidelijke Veluwezoom, waar ze zich lieten inspireren door het idyllische landschap.

Verhaal van Gelderland - 6
Schilderij Johannes Warnardus Bilders – De Oosterbeekse School is de oudste kunstenaarskolonie van Nederland. De schilders woonden in Oosterbeek, maar ook in Renkum en Wolfheze, en lieten zich inspireren door de natuur in hun
omgeving. Johannes Warnardus Bilders behoorde tot de Oosterbeekse School.
Bron: Museum Veluwezoom
Verhaal van Gelderland - B4
Landgoederen in Gelderland langs rivieren – Landhuizen en landgoederen rond het midden van de negentiende eeuw. De Gelderse adel bezat nog overal kastelen en landgoederen.
Bron: Marjolein Haars (BCL Archaeological Support), collectie Erfgoed Gelderland (Verhaal van Gelderland boek 4, pagina 93), CC-BY-NC

Bezoek de musea

Deze musea vertellen met hun vaste collectie het verhaal van Land & Water in de tijd van de Negentiende eeuw.

de musea
Achterhoeks Openluchtmuseum

Achterhoeks Openluchtmuseum

Streekmuseum van de Achterhoek bij Groenlo met meerdere boerderijtypen op het terrein.

Boerderijmuseum ‘De Bovenstreek’

Boerderijmuseum ‘De Bovenstreek’

Museumboerderij ligt op de vruchtbare gronden tussen het Veluwemassief en de voormalige Zuiderzee.

Boerderijmuseum Het Hofshuus

Boerderijmuseum Het Hofshuus

Dit streekmuseum in Varsseveld en omgeving toont het boerenleven van circa 1870 tot 1950.

Kunstwerk! Liemers Museum

Kunstwerk! Liemers Museum

Museum vertelt het verhaal van de aanleg van het Pannerdens kanaal.

Museonder (Het Nationale Park De Hoge Veluwe)

Museonder (Het Nationale Park De Hoge Veluwe)

Museum vertelt het verhaal van de landgoederenaanleg en de klassieke bosbouw ter bestrijding van de zandverstuiving.

Museum STAAL

Museum STAAL

Museum vertelt het verhaal van de ontwikkeling Achterhoek in de 18de en 19de eeuw met de familie Staring als leidraad.

Museum Stoomgemaal De Tuut

Museum Stoomgemaal De Tuut

Het stoomgemaal vertelt het verhaal van de waterbeheersing in het Land van Maas en Waal en wat dit betekende voor de mensen.

Museum Tweestromenland

Museum Tweestromenland

Museum vertelt het verhaal van de dijkdoorbrakenin het Rivierengebied door de eeuwen heen, met de laatste in 1926.

Museum Veluwezoom

Museum Veluwezoom

Museum vertelt en toont het verhaal van de landschapsschilders rond Oosterbeek.

Stedelijk Museum Zutphen

Stedelijk Museum Zutphen

Museum vertelt het verhaal van het belang van Zutphen als verkeersknooppunt van water-, land- en spoorwegen (eerste brug over de IJssel).

Stoomgemaal Arkemheen

Stoomgemaal Arkemheen

Het stoomgemaal vertelt het verhaal van de waterbeheersing in de Polder Arkemheen, uitloper van de Gelderse Vallei naar de Zuiderzee.

Voerman Stadsmuseum

Voerman Stadsmuseum

Museum toont het verhaal van de schilder Voerman die geïnspireerd werd door het rivierlandschap rond Hattem met de Ijssel.

de kaart

Luister naar de podcast

Ontdek in de Verhaal van Gelderland Podcast verrassende feiten, nieuwe inzichten en spannende verhalen over Land & Water in de tijd van de Negentiende eeuw.

de podcast

De dijken breken

Het water is allesbepalend voor de geschiedenis van het Land van Maas en Waal. Logisch dat dit element centraal staat in de tentoonstelling van Museum Tweestromenland in Beneden-Leeuwen. Conservator Jaap van der Veen vertelt in de laatste podcastaflevering van dit seizoen meer over de grote overstromingen en vormen van rivierbeheersing uit het verleden, met speciale aandacht voor de negentiende eeuw. Historicus Jonn van Zuthem kijkt hoe de nabijheid van het water het leven van de inwoners in het Land van Maas en Waal heeft bepaald.

Bekijk Gelderse collecties

Deze collectiestukken, afkomstig uit Gelderse collecties, passen bij het thema Land & Water in de tijd van de Negentiende eeuw.

de collectiestukken

Foto, voorstellende meubel industrie, Culemborg, circa 1900

Elisabeth Weeshuis Museum

Koning Willem I

CODA

Geldersch Arkadia, of Wandeling over Bilioen en Beekhuizen

CODA

Lees meer verhalen

Deze verhalen vertellen je meer over het thema Land & Water in de tijd van de Negentiende eeuw.

de verhalen

Een traan in het oog van de koning

Na de zeer onstuimige achttiende eeuw met maar liefst negen complete overstromingen van het Land tussen Maas en Waal en bijna vier..

Rijnromantiek

Aan het begin van de negentiende eeuw ontdekten schrijvers en schilders het Duitse Rijndal als misschien wel het meest romantische landschap van Europa..

Een eigenaardig volkje

De riviervissers ontwikkelen door de eeuwen heen een eigen cultuur. Met een eigen ‘visserslatijn’, een taal die vaak niet te begrijpen is voor buitenstaanders..