Loading…

Kasteelheren en keuterboeren

Verhaal van Gelderland - B4
Waterbeheer – In de polder Arkemheen zorgde een stoomgemaal vanaf 1883 voor de afwatering.
Bron: Richard Trenning

Aan het begin van de negentiende eeuw werd Gelderland een gewone provincie in het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden. Bestuurlijk hadden die provincies niets in te brengen, want de koning bepaalde wat er gebeurde. Tegelijkertijd was in het nieuwe koninkrijk ook sprake van een terugkeer naar de oude machtsverhoudingen. De adel ging weer een dominante rol spelen in de Gelderse (plattelands)samenleving. Ook nadat de ridderschap in 1848 als geprivilegieerde stand was afgeschaft, bleven Gelderse kasteelheren hun machtspositie nog lange tijd behouden. Een mooi voorbeeld is de familie Van Heeckeren-van Kell op kasteel Ruurlo. Zij bekleedden lange tijd het burgemeestersambt en andere politieke functies. Aan de andere kant stimuleerde de familie ook het verenigingsleven in Ruurlo.

Hard werken

Het negentiende-eeuwse Gelderland had veel gezichten, met aangename en minder aangename kanten. Zo ontwikkelde Arnhem zich tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor welgestelden van binnen en buiten de provincie. Ook was er economisch succes voor onder meer de Oost-Gelderse Scholtenboeren en de herenboeren in het Rivierengebied. Hun rijkdom en status stak ver uit boven de rest van de plattelandsbevolking. De meeste Gelderlanders waren dagloners, keuterboeren en kleine pachtboeren. In het Achterhoeks Openluchtmuseum bij Lievelde krijg je een indruk van hun karige bestaan. Het Noord-Veluws Museum in Nunspeet toont prachtige schilderijen van de ongerepte natuur, maar ook van het harde boerenleven. Gelderlanders maakten in de negentiende eeuw lange werkdagen en hadden nauwelijks vakantie. Dat gold ook voor arbeiders in de nijverheid of voor vissers. De Museumfabriek in Winterswijk laat bezoekers kennismaken met het zware werk in de textielindustrie. Het Bottermuseum in Elburg vertelt het verhaal van de Zuiderzeevisserij.

Een stijgende lijn

In de laatste decennia van de negentiende eeuw kregen de meeste Gelderlanders het door een groeiende economie langzamerhand iets beter. Rond de eeuwwisseling werden de mensen gemiddeld zo’n tien jaar ouder dan vijftig jaar daarvoor. Niet alleen was de medische kennis vergroot en het voedselpatroon verbeterd, maar ook het onderwijs was op een hoger plan gekomen. In deze tijd werd een basis gelegd voor de moderne, open samenleving die we nu kennen. De verbeteringen aan de infrastructuur en uitbreiding van het openbaar vervoer maakten reizen gemakkelijker en goedkoper. Steeds meer plekken in Gelderland werden per spoor bereikbaar voor een groot publiek. Bij de Veluwse Stoomtreinmaatschappij (VSM) in Beekbergen kan iedereen reizen zoals in de negentiende eeuw. Toch leefden de meeste Gelderlanders ook eind rond 1900 nog voornamelijk in de beschermde omgeving van hun familie en hun buurt- en geloofsgenoten.

Bekijk de video

Gelderland is in de negentiende eeuw een rustige provincie aan de grens van het Koninkrijk der Nederlanden. Kunstenaars trokken van heinde en verre naar de provincie om het natuurschoon en de zwoegende boeren vast te leggen op het doek.

Verdiep je in de thema’s

Ontdek de negentiende eeuw aan de hand van diverse thema’s.

Museum Stadskasteel Zaltbommel
19e EeuwSociale (on)gelijkheid
Museum Stoomgemaal De Tuut
19e EeuwLand & Water
Museum Stoomgemaal De Tuut
19e EeuwKennis & Vernieuwing
Museum Tweestromenland
19e EeuwSociale (on)gelijkheid
Museum Tweestromenland
19e EeuwLand & Water
Museum Tweestromenland
19e EeuwEconomie & Uitwisseling
Museum Veluwezoom
19e EeuwLand & Water